Kerk & religie

Boete

„Zijt mij genadig, o God, naar Uw goedertierenheid…” Psalm 51 :3

1 December 2009 09:22Gewijzigd op 14 November 2020 09:16

Als de Heere David niet uit zijn zonde waarin hij een tijdlang lag getrokken had, zou hij daarin gestorven zijn en vergaan. Daarom behoren wij God te bidden of Hij uit genade onze ogen wil openen en of wij onze zonden mogen zien en onze ellende mogen voelen.Men kan ook in de zonde ligt te ronken zonder wroeging in zijn consciëntie, zonder gevoel van zijn zonden, of zonder gebrek aan genade.

Dit wist David door ervaring. Als hij gestorven was zonder berouw, zou hij verloren zijn geweest.

Onder alle ziekten zijn het gevaarlijkst die die het minst gevoeld worden. Het is een vreselijke toestand als men in zonde ligt zonder het te voelen. Dan is het hart verhard. Het maakt geen werk van Gods genade. Een mens die meent gezond te zijn, gaat niet naar de dokter. Zo zijn ook de mensen die menen gezond te zijn en geen gebrek aan genade voelen. Die zijn boven alle andere mensen te beklagen.

Daarom is het een grote zegen van God wanneer onze zonde ons aanspreekt en wij ons erover bestraft voelen en dat wij God om genade mogen bidden.

Samuel Smith,predikant te Prittwel in Essex

(”Davids boetvaardigheid”, 1621)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer