Kerk & religie

De confessie als feestmaal

In een paar dagen tijd schreef Theodorus Beza, de opvolger van Calvijn, een nieuwe geloofsbelijdenis. Voor zijn oude vader, die niet kon verkroppen dat zijn zoon de Rooms-Katholieke Kerk de rug had toegekeerd en hem had uitgedaagd zich daarover te verantwoorden.

26 November 2009 09:04Gewijzigd op 14 November 2020 09:14
Prof. dr. M. te Velde: Als je voor de Bijbel een leven lang nodig hebt om de lengte, breedte, hoogte en diepte ervan te leren kennen, dan hoef je op je 25e ook nog niet klaar te zijn met de belijdenisgeschrift en. Dan kun je er in vertrouwen op de kerk ge
Prof. dr. M. te Velde: Als je voor de Bijbel een leven lang nodig hebt om de lengte, breedte, hoogte en diepte ervan te leren kennen, dan hoef je op je 25e ook nog niet klaar te zijn met de belijdenisgeschrift en. Dan kun je er in vertrouwen op de kerk ge

De geloofsbelijdenis die Beza jr. in 1556 opstelde, was een van de vele gereformeerde confessies die in de jaren vijftig van de zestiende eeuw verschenen. „Ik geef toe”, schreef Beza in zijn voorwoord, „dat dezelfde onderwerpen door vele schrijvers speciaal in onze eeuw uitstekend uiteengezet zijn en wel vooral door die grote Johannes Calvijn, mijn tweede geestelijke vader (ik zeg waar het op staat, al is de afgunst ook nog zo sterk), die al deze onderwerpen heel uitgebreid en nauwkeurig in zijn Institutie behandelde en heel kort en zeer accuraat in de catechismus van deze kerk. Ook beken ik dat ik aan deze boeken dit huidige werk heb ontleend. Maar ook waar een grote overvloed is van voedsel, verbiedt niets dat hetzelfde feestmaal herhaald wordt met een kleine verandering in de wijze van bereiden, tot groot nut van hen die deelnemen.”Omhelzen

De gereformeerde traditie weet de rijke inhoud van de Bijbel steeds weer met andere woorden te belijden, zegt prof. dr. M. te Velde, hoogleraar kerkgeschiedenis, kerkrecht en gemeenteopbouw aan de Theologische Universiteit Kampen. „De gereformeerden wilden teruggaan naar de bron van het Woord van God en tegelijk geloofsverantwoording afleggen in soms totaal verschillende omstandigheden. Ze kozen daarvoor woorden die nu nog betekenis hebben. Zo zegt Beza heel mooi dat we in het avondmaal Christus mogen omhelzen.”

Onder redactie van prof. Te Velde verschijnt vandaag het boek ”Confessies. Gereformeerde geloofsverantwoording in zestiende-eeuws Europa”. Het bevat de Nederlandse vertaling (met inleiding) van vijf belijdenisgeschriften: de geloofsbelijdenis van Theodorus Beza, de Franse geloofsbelijdenis, de Schotse geloofsbelijdenis, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Tweede Helvetische Confessie.

De vijf confessies stammen allemaal uit de periode 1556-1561, een „toptijd” voor het formuleren van de gereformeerde overtuiging voor een breed publiek. Het was een periode waarin de gereformeerden verantwoording moesten afleggen aan overheden en andere geloofsrichtingen, zoals rooms-katholieken en luthersen. Geloofsbelijdenissen maakten duidelijk waar de gereformeerde kerken voor stonden.

Sleutel

Prof. Te Velde kwam op het idee om de belijdenisgeschriften uit te geven toen hij begin jaren negentig onderzoek deed naar de invulling van de ambten in de zestiende eeuw. Naast de Nederlandse Geloofsbelijdenis bestudeerde hij daarvoor verschillende andere confessies. „Ik vond het jammer dat veel geloofsbelijdenissen in onze traditie zo weinig bekend zijn. Ze laten het bredere brongebied zien waarin onze eigen Nederlandse Geloofsbelijdenis en Heidelbergse Catechismus hun oorsprong vinden.”

De vijf geschriften verbreden het spectrum van het gereformeerde belijden, aldus de hoogleraar. „Je ziet dat Beza op een bepaalde manier formuleert. Knox ook, en Bullinger weer op een andere manier. Toch zijn ze allemaal gereformeerd. Ook deze belijdenissen zijn sleutels tot de Schrift, hulpmiddelen bij het verstaan van Gods Woord. Ze geven woorden aan het geloof.”

Wat maakt een belijdenis gereformeerd?

„Allereerst is er een nauwe betrokkenheid op de Bijbel. De opstellers willen alles wat daarin wordt geleerd op een zo goed mogelijke manier verwoorden. Een tweede trek is de breedte. De belijdenissen behandelen niet zomaar een paar thema’s waarover Rome en Reformatie van mening verschillen. Ze geven in kort bestek alle belangrijke onderwerpen uit de Bijbel een plek. De confessies hebben bewust een universeel karakter en een universele pretentie.”

In het gereformeerd belijden is er tegelijk een opvallende verscheidenheid, signaleert prof. Te Velde. De aanhangers van de gereformeerde religie waren verspreid over verschillende landen, met elk een eigen politieke en kerkelijke constellatie. De kerken in Zwitserland, Frankrijk, Schotland, de Nederlanden, de Palts en Hongarije hadden allemaal hun eigen verhaal. „De gereformeerden in Europa konden zich daardoor niet gezamenlijk op één of twee belijdenisgeschriften vastleggen.”

Ondanks de breedte van de belijdenis laten ze bepaalde onderwerpen, zoals Israël, liggen.

„Je ziet al verschillen tussen de belijdenisgeschriften onderling. De Nederlandse Geloofsbelijdenis besteedt bijvoorbeeld geen aandacht aan het huwelijk, terwijl je dit onderwerp elders wel tegenkomt. Misschien is dat ook wel de reden dat wij niet zo’n sacramentele visie op het huwelijk hebben en daardoor het gevaar van verzakelijking lopen. Het huwelijk is een belangrijke bouwsteen in het kerk-zijn, het gezin een kerkje in het klein. Aandacht voor de notie dat het huwelijk een afspiegeling is van de relatie tussen Christus en Zijn gemeente kan ons ervoor behoeden dat we denken dat wíj een huwelijk sluiten en dat het allemaal om onszelf draait.”

Ziet u ruimte voor nieuwe geloofsbelijdenissen?

„De Drie Formulieren van Enigheid brengen de inhoud van het christelijk geloof op een goede manier onder woorden. Maar daarmee is de kerk niet klaar. Ze heeft een blijvende opdracht om in nieuwe tijden en situaties rekenschap te geven van het geloof en de hoop die in haar is. Gereformeerd belijden staat principieel open voor verbetering en aanvulling.”

Nieuwe belijdenissen of ”statements” hoeven voor prof. Te Velde niet noodzakelijk een officiële kerkelijke status te krijgen. „Als christenen spreken, dan ís dat al belijden.”

Hij denk even na. „Eigenlijk zouden we eens een groepje theologen naar Ameland moeten sturen om daar een belijdenis op te stellen met accenten die nu van belang zijn: huwelijk, economie of het beheer van de aarde. Daarmee zouden we bovendien mensen kunnen bereiken die de taal van de zestiende eeuw niet goed begrijpen. Uiteindelijk gaat het om een heldere boodschap, ook voor de mens van nu. Ik sta helemaal achter de belijdenisgeschriften, maar we moeten wel bedenken dat iemand uit 1560, die gemiddeld zo’n 35 jaar leefde, heel anders dacht dan de moderne, carrièregerichte mens.”

We zijn er dus niet als we mensen vragen de Drie Formulieren van Enigheid te ondertekenen?

„De Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels gingen vooral vanaf de zeventiende eeuw functioneren als maatstaf bij de beoordeling van alle opvattingen en leergeschillen. Maar pas vanaf de negentiende eeuw zie je dat scholen en verenigingen ze in hun grondslag opnemen. Dat is legitiem, maar je moet dan wel bedenken dat met de Drie Formulieren van Enigheid niet alles is gezegd of dat mensen nu precies weten waar ze aan toe zijn. Want hoe zit het bijvoorbeeld met het mens- en kindbeeld, de pedagogische doelen en de levenswandel? Daar valt ook heel wat over te zeggen.”

De Protestantse Kerk in Nederland presenteerde eerder deze maand een bundel hertaalde belijdenis­geschriften. Duidt dat op een hernieuwde belangstelling voor het belijden van de kerk?

Aarzelend: „Dat zou mooi zijn.”

„Ik denk wel”, zegt prof. Te Velde, „dat het benadrukken van het belijden van de kerk goed is in een tijd van individualisering van de samenleving. Mensen van vandaag willen graag zelf uitspreken wat ze geloven. Dat is mooi, maar dan is het goed om vanuit de traditie woorden aan te reiken.”

Prof. Te Velde merkt dat studenten soms voorzichtig zijn om de Drie Formulieren van Enigheid te ondertekenen. „Ze vragen zich af of ze elk woord moeten onderschrijven en doordacht hebben. Maar als je voor de Bijbel een leven lang nodig hebt om de lengte, breedte, hoogte en diepte ervan te leren kennen, dan hoef je op je 25e ook nog niet klaar te zijn met de belijdenis­geschriften. Dan kun je er in vertrouwen op de kerk gerust je handtekening onder zetten, in de hoop dat je zult leren verstaan wat er staat.”

Mede n.a.v. ”Confessies. Gereformeerde geloofsverantwoording in zestiende-eeuws Europa”, door dr. M. te Velde (red.); uitg. Groen, Heerenveen, 2009; ISBN 978 90 5829 893 5; 608 blz.; € 34,95.


Geloofsbelijdenis van Theodorus Beza

Theodorus Beza, de opvolger van Johannes Calvijn in Genève, stelde in 1556 of 1557 een geloofsbelijdenis op voor zijn rooms-katholieke vader. De confessie verscheen in 1559 in boekvorm. Over de zekerheid van het geloof schrijft hij:

„Wanneer men zeker is van zijn heil door het geloof is dat niet verwaand of arrogant maar het is integendeel het enige middel om zich te ontdoen van alle eigenwaan en om God alle eer te geven. Want alleen het geloof zal ons leren van onszelf af te zien. Het dwingt ons ook tot een helder besef dat er in ons alleen maar redenen te vinden zijn om ons volledig te veroordelen. Zo verwijst het geloof ons naar Jezus Christus alleen, en leert en verzekert het ons dat we alleen dankzij zijn gerechtigheid bij God heil kunnen vinden. Want alles wat in Jezus Christus is (namelijk alle gerechtigheid en alle volmaaktheid, zowel omdat in Hem geen enkele zonde is alsook omdat Hij al de gerechtigheid van de wet heeft volbracht) wordt ons toegerekend en geschonken alsof het ons eigen werk was, mits we Hem maar in geloof omhelzen.”

Franse geloofsbelijdenis

De Franse geloofsbelijdenis (Confessio Gallicana) is de confessie van de Franse gereformeerde kerken, vastgesteld op hun eerste synode in Parijs in 1559. De geschriften van Johannes Calvijn vormen het uitgangspunt. In artikel 35 belijden zij over de doop:

„Wij belijden dat er slechts twee gemeenschappelijke sacramenten zijn voor heel de kerk. Daarvan is het eerste, namelijk de doop, ons gegeven tot een getuigenis van onze adoptie tot kinderen, omdat wij toen ingelijfd zijn in het lichaam van Christus om gewassen en gereinigd te worden door zijn bloed en vervolgens te worden vernieuwd tot een heilig leven door zijn Geest.

Hoewel wij maar eenmaal gedoopt zijn, houden wij er ook aan vast dat het nut dat ons daarin aangeduid wordt, zich uitstrekt over het leven en tot aan het sterven, opdat wij een blijvend merkteken hebben dat Jezus Christus altijd onze gerechtigheid en heiligmaking zal zijn.

Welnu, hoewel de doop een sacrament is van geloof en berouw, nochtans zeggen wij dat de kleine kinderen, verwekt door de gelovigen, op het gezag van Jezus Christus gedoopt moeten worden, omdat God hen met hun vaders in zijn kerk ontvangt.”

Schotse geloofsbelijdenis

In opdracht van het Schotse parlement stelden John Knox en vijf andere theologen in 1560 de Schotse geloofsbelijdenis (Confessio Scotica) op. In het voorwoord schrijven zij:

„Lang hebben wij ernaar verlangd, geliefde broeders, aan de wereld de samenvatting bekend te maken van de leer die wij belijden, en waarvoor wij schande en gevaar hebben doorstaan. Maar Satan heeft zo tegen ons gewoed, en tegen de eeuwige waarheid van Christus Jezus zoals die tot nu toe onder ons ingang heeft gevonden, dat tot op heden ons geen tijd is vergund ons geweten te ontlasten, zoals we zo graag gedaan zouden hebben; want hoe wij het hele afgelopen jaar door elkaar geschud zijn, zal, dunkt ons, het grootste deel van Europa wel begrijpen.

Maar aangezien wij door de oneindige goedheid van God (die nooit toestaat dat zijn gekwelde kinderen geheel en al verslagen worden) boven verwachting enige rust en vrijheid hebben gekregen, konden we toch niet anders doen dan deze korte, eenvoudige belijdenis opstellen van de leer zoals die ons is voorgehouden en zoals wij die geloven en belijden.”

Nederlandse Geloofsbelijdenis

Nederlandse Geloofsbelijdenis (Confessio Belgica) is in 1561 opgesteld door Guido de Brès. De gereformeerde kerken in de Zuidelijke en de Noordelijke Nederlanden aanvaardden de belijdenis in de jaren daarna. Over de rechtvaardiging door het geloof (artikel 22):

„Wij geloven dat de Heilige Geest om ons de ware kennis van deze grote verborgenheid te doen verkrijgen in onze harten een waar geloof ontsteekt, dat Jezus Christus met al zijn verdiensten omhelst, Hem zich toe-eigent en niets meer buiten Hem zoekt.

Want een van beide: of in Jezus Christus is niet alles wat voor ons heil nodig is; of dit alles is wel in Hem en dan heeft hij die Jezus Christus door het geloof bezit, daarmee zijn gehele heil. Te zeggen dat Christus niet genoeg is maar dat er naast Hem nog iets anders nodig is, is een gruwelijke godslastering, want daaruit zou volgen dat Christus slechts een halve heiland is. Daarom zeggen wij terecht met Paulus, dat wij door het geloof alleen of door het geloof zonder de werken gerechtvaardigd worden.”

Tweede Helvetische Confessie

Tijdens een periode van ernstige ziekte stelde Heinrich Bullinger in Zürich een geestelijk testament op: de Tweede Helvetische Confessie (Confessio Helvetica Posterior). Vijf jaar later, in 1566, presenteerden de gereformeerden de –bewerkte– belijdenistekst op de rijksdag van Augsburg. Ze belijden over de uitverkiezing:

„Wij hebben kritiek op die mensen die buiten Christus om de vraag stellen of zij wel uitverkoren zijn, en wat God voor alle eeuwigheid over hen besloten heeft. Men moet namelijk luisteren naar de prediking van het evangelie en die geloven, en men mag daaraan niet twijfelen. En als je gelooft en in Christus bent, moet je het als absoluut zeker beschouwen dat je uitverkoren bent. Want de Vader heeft ons het eeuwige besluit van de voorbeschikking in Christus geopenbaard, zoals ik reeds met het woord van de apostel uit 2 Timoteüs 1:9 heb laten zien. Men moet dus vóór alles onderwijzen en ter harte nemen, hoe groot de liefde van de Vader jegens ons is die in Christus geopenbaard werd. Men moet luisteren naar wat de Heere zelf ons dagelijks in het evangelie verkondigt. (…) Daarom moet Christus de spiegel zijn in wie wij onze voorbeschikking bekijken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer