Treurnis in tienvoud bij George Steiner
Denken maakt treurig, stelt de tachtigjarige George Steiner. Hij geeft tien redenen waaruit blijkt de mens verlossing nodig heeft. Zonder dragende grond resteert treurigheid.
George Steiner (1929), niet te verwarren met zijn antroposofische naamgenoot Rudolf, is een bijzondere denker. Hij is van Joodse komaf, groeide op in Frankrijk en New York en woont in Groot-Brittannië. Als je op een rijtje moet zetten wat hem allemaal hevig interesseert –en waarover hij gepubliceerd heeft– ben je niet snel klaar.Zijn werk draait om taal en vertalen, om de geschiedenis van Europa en de Jodenvervolging en verder alles wat met cultuur te maken heeft. Hij is een fabelachtige kenner van de Europese literatuur en filosofie. Maar wie een boom wil opzetten over een detail uit de theologie van Thomas van Aquino kan ook bij hem terecht – en in zijn veelzijdige oeuvre.
Nostalgie
Wat maakt Steiner bijzonder? Het beste antwoord luidt: lees een van zijn boeken, en je weet het. Wat mij betreft schuilt het boeiende van Steiners werk in de morele instelling waarmee hij schrijft over filosofie, cultuur of literatuur. Niet dat hij als een politieagent aanwijst wat goed en fout is –dat zou een wel erg minimale vorm van moraal zijn– maar hij verstaat culturele uitingen tegen de achtergrond van de situatie van de mens. Welk houvast kennen we? Is er een dragende grond onder ons bestaan?
Als een filosoof bedenkt dat we niets zeker kunnen weten, gaat Steiner daar existentieel op in. Wat in culturele uitingen te berde wordt gebracht, is niet vrijblijvend. Steiner schrijft erover met een besef van de reikwijdte ervan. Tegelijk heeft hij juist in deze context vaak de betekenis van religie en geloof onderzocht.
Hedendaagse ideologieën typeerde hij ooit als nieuwe mythologieën, die voortkomen uit „nostalgie voor het absolute”, nu het goddelijke door zware culturele erosie lijkt te zijn verdwenen uit de cultuur. Die uitspraak stamt uit een reeks lezingen die Steiner hield in 1974. Ze werden gebundeld in een dun boekje: ”Nostalgia for the Absolute”.
Melancholie
Het boek ”Waarom denken treurig maakt”, dat recent in Nederlandse vertaling het licht zag, doet aan ”Nostalgia for the Absolute” denken. In beide titels klinkt het besef van verlies en gemis. Het absolute is weg en we zijn met onszelf alleen. Met ons denken proberen we uit de put te klauteren, maar dat helpt niets: het denken zélf maakt ons treurig en vervult ons met wanhoop. De gevangenschap is compleet.
Steiners betoog cirkelt rond een uitspraak van Friedrich von Schelling, een beroemde Duitse filosoof uit begin negentiende eeuw, waarin het mens-zijn en het verwerven van kennis verbonden zijn met een diepe „melancholie.” Steiner neemt deze gedachte als vertrekpunt en omschrijft tien redenen waarom denken treurig maakt.
Het denken heeft bijvoorbeeld geen weet van datgene wat zich aan gene zijde van het menselijke weten bevindt. Het denken lijkt grenzeloos, maar is het dat werkelijk? In ons denken ervaren wij onze individualiteit, maar is het denken tegelijk niet iets waarop we geen enkele greep hebben? De verhouding tussen de binnenwereld van ons denken en de buitenwereld van feiten en gebeurtenissen is onhelder. We ervaren een kloof tussen denken en de wereld om ons heen.
Nog iets wat treurnis oplevert: als we denken, proberen we de werkelijkheid te doorgronden. Maar vormt ons denken zélf niet een scherm tussen de ‘feiten’ en ons bewustzijn? Bovendien, ‘het’ denken is een illusie, want onze medemens in ten dienste ondoordringbaar. Het denken zelfs van onze geliefde, kennen we het werkelijk? En wat is denken dat aanspraak mag maken op waarheid? Is er een Archimedisch punt dat zonneklaar aanwijst welk denken aandacht verdient en welk denken verworpen moet worden?
Verlorenheid
Tot slot de grote vragen: wat is de dood? Bestaat God en zo ja, Wie is Hij? Het denken vindt geen antwoorden. Reden voor George Steiner om te besluiten met: „Wellicht dat Sophocles alles al gezegd heeft in het openingskoor ”Ode aan de mens” van zijn Antigone. De beheersing van het denken, de mysterieuze snelheid van het denken verheft de mens boven alle andere levende wezens. Toch maakt het hem ook tot een vreemde voor zichzelf en voor de enormiteit van deze wereld. Treurnis, eine dem Leben anklebende Traurigkeit, in tienvoud.”
Christenen moeten oppassen met conclusies na lezing van dit betoog. Al te gemakkelijk kun je je gelijk halen: zie je wel dat de mens in de ellende is beland na de zondeval? Juist omdat dit inderdaad zo driedubbel waar is, moet je voorzichtig zijn het als je eigen gelijk te presenteren. Want wie is zelf ook niet mede betrokken in deze ”Traurigkeit”? Wat verlorenheid inhoudt, valt glashelder te beluisteren in deze tekst van Steiner. Het is paradoxaal: de treurnis in dit opstel van Steiner reikt diep – maar wát een menselijke waardigheid om dit alles onder ogen te zien.
N.a.v. ”Waarom denken treurig maakt. Tien (mogelijke) redenen”, door George Steiner; uitg. Klement, Kampen/ Pelckmans, Kapellen, 2009; ISBN 978 90 8687 053 0; 72 blz.; € 14,95.