Politiek

SGP niet principieel tegen CO2-opslag

SGP-er Van der Staaij is niet principieel tegen het opslaan van CO2, maar onder andere vanwege het ontbreken van lokaal draagvlak voor het project in Barendrecht steunt de SGP het project niet. Hieronder de speech van Van der Staaij in de Tweede Kamer donderdag.

Redactie digitaal
20 November 2009 09:39Gewijzigd op 14 November 2020 09:12

„De SGP-fractie is niet tegen het opslaan van CO2. Het is een reële tussenoplossing voor een volledige overstap naar een duurzame energievoorziening. Mij schoot de parallel met kernenergie door het hoofd. Het is positief dat de ministers stappen zetten met het oog op de toekomst. Eén van deze stappen is het opstellen van een lange termijn Masterplan voor CCS in Nederland. Zal hierin ook worden uitgewerkt wat nodig is om politiek en maatschappelijk draagvlak te bereiken? Dat is cruciaal. Dit brengt mij bij het pilotproject in Barendrecht, waarover de ministers gisteren een knoop hebben doorgehakt.Barendrecht

Er lopen in verschillende landen al pilot- en demonstratieprojecten met CCS, waaronder Duitsland en Noorwegen. Ook de Britse regering heeft aangekondigd vier grootschalige demonstratieprojecten te zullen subsidiëren. In Frankrijk kan Total ook aan de slag. Daarnaast krijgen we ook het project van GDF Suez op zee. Mijn fractie is nog op zoek naar de meerwaarde van het kleinschalige project bij Barendrecht ten opzichte van alles wat al bekend is, wat in de landen om ons heen gebeurd en wat op de Noordzee en in Geleen gaat gebeuren. Wat zijn nu concreet de technische leeraspecten? Zijn deze absoluut noodzakelijk voordat grotere demonstratieprojecten van start kunnen gaan? De bewindslieden geven aan dat een kleinschalig project vooral leerervaring oplevert voor bedrijfseconomische aspecten. Dan gaat het over vergunningprocedures, ruimtelijke inpassing en maatschappelijke acceptatie en de consequenties voor kostenopbouw en efficiency. Wat dat laatste betreft heeft het kabinet denk ik al een belangrijk leerpunt te pakken. Naar aanleiding van deze bedrijfseconomische aspecten heb ik een cruciale vraag: wat is het grote bezwaar wanneer het CO2-opslagproject bij Barendrecht níet door zou gaan? Wat kan er van het project in Barendrecht geleerd worden wat niet geleerd kan worden van de verschillende projecten in de ons omringende landen en van de Nederlandse projecten op de Noordzee en in Geleen? Hierbij aanmerkend dat de verschillen tussen het project in Barendrecht en het beoogde grootschalige project in Noord-Nederland groot zijn. Met andere woorden: welke consequenties zal het niet doorgaan van Barendrecht hebben voor een grootschalig demonstratieproject in Noord-Nederland? Wat zijn dan de missing links? Mij bekruipt het gevoel dat het belangrijkste bezwaar is dat Nederland dan zijn koploperspositie verliest. Als dat zo is, vind ik dat absoluut onvoldoende reden om de weerstand van de bewoners van Barendrecht, het gemeentebestuur van Barendrecht en de Provinciale Staten van Zuid-Holland tegen het project aan de kant te schuiven.

Onzekerheid

Alle geruststellende woorden ten spijt, blijft er een zweem van onzekerheid over de veiligheid van het Barendrecht project hangen. Belangrijke initiator van deze onzekerheid is de AMESCO-studie uit 2007. Eén van de conclusies is dat er niet voldoende gegevens beschikbaar zijn om het risiconiveau van ondergrondse CO2-opslag accuraat vast te stellen.’ Barendrecht wordt in deze studie als minder geschikt aangemerkt, omdat het veld onder dichtbevolkt gebied ligt en de afdekkende laag relatief dun is. TNO heeft dit in haar recente studie opnieuw genoemd, maar in de afweging aan de kant geschoven. De zweem van onzekerheid blijft. Daarbij wil ik erop wijzen dat het geen tijdelijk project is. Het CO2 zal zolang we het er niet uithalen opgeslagen blijven. In aansluiting op de genoemde onzekerheid heeft mijn fractie nog een vraag naar aanleiding van de integrale veiligheidsbeoordeling. In het rapport wordt opgemerkt dat voor ondergrondse leidingen en de injectielocaties momenteel nog geen normen gelden ten aanzien van de externe veiligheidscriteria. Op welke waarde moeten wij deze opmerking schatten? Dekt de huidige normstelling alle potentiële risico’s? Worden nog aanpassingen voorzien? De ministers zijn voornemens de vergunning voor het project in Barendrecht gefaseerd te verlenen. Eerst het kleine veld, dan het grote veld. Dat is het spoor dat volgens mij al eerder is ingeslagen. Wel vraag ik me af wat over de gefaseerde vergunningverlening met Shell afgesproken. Wat gebeurd er wanneer de vergunningverlening voor het grote veld zou stranden, terwijl Shell wel forse investeringen heeft gedaan? Hoe voorkomen de ministers dat Shell ongewenste druk gaat uitoefenen op de vergunningverlening voor het grote veld?

Draagvlak

Voor de SGP-fractie weegt het ontbreken van lokaal draagvlak voor het project in Barendrecht zwaar. We mogen niet vergeten dat Barendrecht met z’n snelwegen en spoorlijnen al een risicodragende gemeente is en daarom al veel voor de kiezen krijgt. Ook de Provinciale Staten lijken zich tegen het project te keren. Dan wil mijn fractie toch één van de aanbevelingen van de Taskforce CCS in herinnering roepen. Tegenover alle positieve aanbevelingen zette deze Taskforce wel de noodzaak van voldoende politiek en maatschappelijk draagvlak. In de casus Barendrecht wordt dit draagvlak voor een belangrijk deel gemist.

Conclusie

Alles afwegend, roept de SGP-fractie de ministers op het pilotproject in Barendrecht níet door te zetten.

Bergermeerveld

Een vergelijkbare casus speelt bij de voorgenomen aardgasopslag in het Bergermeerveld. Hier hangt echter geen zweem van onzekerheid zoals in Barendrecht. De risisco’s zijn volgens mij voldoende bekend en gewogen. Bovendien staan de boortorens niet in Bergen of een ander dorp. Mijn fractie vindt de gasopslag in het Bergermeerveld daarom een goede stap om invulling te geven aan de Gasrotonde."

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer