Agenten in een onopvallende videosurveillanceauto surveilleerden rond twintig over 9 op de Rijksweg A2. Ter hoogte van knooppunt Oudenrijn zagen zij een auto met een snelheid van ongeveer 65 kilometer per uur op de tweede rijstrook rijden. Door die lage snelheid moesten meerdere automobilisten uitwijken om een aanrijding met de zeer langzaam rijdende auto te voorkomen.

De agenten gingen voor de auto rijden en gaven de bestuurder een volgteken. In plaats van te volgen, stopte de automobilist direct op de vluchtstrook, waardoor de agenten verderop moesten stoppen.

De agenten liepen terug naar de auto en aan de bestuurderskant stapte een 40-jarige man uit Uden uit. Hij zei de bestuurder te zijn. Aan de passagierskant stapte een 42-jarige man uit Uden uit. De 40-jarige Udenaar rook naar alcohol en had bloeddoorlopen ogen. Uit de blaastest bleek dat hij te veel had gedronken en de agenten hielden hem aan.

Vervolgens verklaarde hij dat hij niet achter het stuur had gezeten, maar zijn 42-jarige plaatsgenoot en dat zij vlug op de vluchtstrook van plaats waren gewisseld omdat de ander geen rijbewijs had. Daarop lieten de agenten ook de 42-jarige man blazen. Ook hij bleek te veel te hebben gedronken. Omdat niet duidelijk was wie er achter het stuur had gezeten, hielden de agenten beide verdachten aan.

In het politiebureau blies de 40-jarige man 210 ug/l en de 42-jarige man 390 ug/l. Bij het verhoor bekende de 42-jarige man inderdaad achter het stuur te hebben gezeten. Tegen hem is proces-verbaal opgemaakt voor rijden onder invloed van alcohol en rijden zonder rijbewijs.