Verdachten staan terecht in bouwfraudezaak
Twee aangeslagen mannen die geestelijk en fysiek zwaar gebukt gaan onder hun onverhoedse betrokkenheid bij de omvangrijke vastgoedgoedfraude.
Dat was het beeld dat dinsdag, de eerste dag van de rechtszaak tegen de verdachte projectontwikkelaars Maarten M. en Rob W., van de twee ontstond.„Ik ben zo vreselijk blij dat het uitgekomen is”, zei Rob W. tegen het einde van de zittingsdag. „Het is de bevrijding waar ik jaren op gewacht heb.” De twee zijn middelgrote verdachten in een vastgoedfraudezaak rond Bouwfonds en Philips Pensioenfonds, waarin justitie in totaal 125 verdachten op de korrel heeft.
Alle verdachten samen zouden meer dan 200 miljoen euro hebben ontvangen voor het gunnen en de afwikkeling van grote bouwprojecten.
„Ik zie Rob als een eerlijke man, die er met open ogen is ingetuind”, zo schreef zijn vrouw in een brief waaruit de voorzitter van de drieledige rechtbank voorlas. Uit andere referenties bleek onder meer dat Rob W. de afgelopen twee jaar als gevolg van de spanningen twee keer een hartoperatie onderging, terwijl hartkwalen in zijn familie niet voorkomen.
Maarten M. en Rob W., directeuren van een klein projectontwikkelaarskantoor in Capelle aan den IJssel, zijn volgens het openbaar ministerie betrokken bij fraude voor ongeveer 18 miljoen euro. Via hoofdverdachte Nico V. kwamen zij in contact met Bouwfonds en kregen ze in 1999 de kans een rol te spelen bij de realisatie van grote projecten.
Volgens het OM is er met de projecten Coolsingel, Hollandse Meester en Solaris echter stevig gefraudeerd. Dat gaven M. en W. volmondig toe. Ze hadden onraad geroken, maar kozen ervoor hun mond dicht te houden.
„Er is ontzettend mee gerotzooid. Het was een grote bende van leegroven”, aldus een emotionele W. „We zijn ons er zeer van bewust geweest dat het niet klopte wat er gebeurde”, aldus ook M. „We hebben er een vreselijk gevoel bij gehad.” De twee mannen hadden echter niet het lef in te gaan tegen de opmerkelijke wensen van de hoofdverdachten.