„Leerlingen scoren slechter in studiehuis”
Het volle studieprogramma in de hoogste klassen van havo en vwo, de tweede fase, tast de kwaliteit van het leren aan. In plaats van de beoogde vooruitgang weten en kunnen de leerlingen nu minder dan voorheen.
Dat vernietigende oordeel over het studiehuis geeft prof. dr. A. van Streun. Dinsdagmiddag trad hij aan als hoogleraar didactiek voor wiskunde en natuurwetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Het overvolle lesprogramma is volgens Van Streun te wijten aan een verkeerde berekening van de studielast. „Volgens Den Haag kunnen leerlingen per jaar 1600 uur werken: 40 werkweken met elk 40 klokuren. Deze cijfers zijn fictief, want in de praktijk komen scholen in een niet-examenjaar gemiddeld toe aan 35 weken vakonderwijs, met een wekelijkse inspanning van 35 uur. En in een examenjaar zijn er 25 lesweken.”
Een eenvoudig rekensommetje, aldus Van Streun, leert dat de werkelijke studielast 1300 uur is, net als voorheen. In die tijd past volgens de hoogleraar hooguit 70 procent van de nieuwe examenprogramma’s. „Er is daarom geen sprake van aanloopproblemen, zoals staatssecretaris Adelmund zegt, maar van structuurfouten. Den Haag rekent zich rijk.”
De gevolgen van de te krappe studietijd zijn legio, poneert Van Streun: de didactische vernieuwing stagneert, de persoonlijke begeleiding van de leerlingen laat te wensen over, leraren klagen over de administratieve rompslomp en er is algemene onvrede over de aansluiting van het studiehuis op enerzijds de onderbouw havo/vwo en anderzijds het hbo en de universiteit.
Schrappen
Van Streun wil terugkeren tot een onderwijsprogramma met veel minder verplichte vakken, net als de Onderwijsraad heeft voorgesteld bij de basisvorming. De Groningse hoogleraar denkt aan een kernprogramma dat maximaal vijfachtste van de beschikbare lestijd kost. „Voor de verplichte vakken die overblijven rest dan voldoende tijd. Bovendien komt er meer ruimte voor praktische opdrachten. Daardoor kunnen de oorspronkelijke doelen van het studiehuis alsnog worden gehaald.”
De maatregelen die de Onderwijsinspectie heeft voorgesteld om de werkdruk in het studiehuis te verminderen, noemt Van Streun lapmiddelen. „Het inspectieadvies verandert niets aan de versnippering, omdat het niet kiest tussen een breed programma óf het op peil brengen van de profielvakken.”