Binnenland

Gezin blijkt wereldwijd springlevend te zijn

Het gezin is wereldwijd springlevend. Dat concluderen wetenschappers in het rapport ”Families in beeld”, dat donderdag in Den Haag is overhandigd aan minister Rouvoet van Jeugd en Gezin.

Binnenlandredactie
12 November 2009 11:49Gewijzigd op 14 November 2020 09:08
Van de Vijver: Vrouwen doen overal in de wereld meer in het huishouden. Foto Universiteit van Tilburg
Van de Vijver: Vrouwen doen overal in de wereld meer in het huishouden. Foto Universiteit van Tilburg

„Alive and kicking”, zo omschrijft prof. dr. F. van de Vijver de toestand van het kerngezin: man, vrouw en eventueel kinderen. Springlevend dus, aldus Van de Vijver, hoogleraar crossculturele psychologie van de Universiteit van Tilburg in het rapport. Het kerngezin is nog niet toe aan vervanging door andere samenlevingsvormen, zoals enkele decennia terug in progressieve kringen werd gedacht.Wereldwijd zijn er veel minder verschillen dan Van de Vijver oorspronkelijk dacht. „Vrouwen doen overal veel meer in het huishouden en in de zorg en mannen brengen overal primair het geld in het laatje. Kinderen hebben in het algemeen een intensere band met hun moeder en hun broers en zussen dan met hun vader.”

Van de Vijver doet zijn uitspraken op grond van een internationale studie naar gezinnen.

De meeste mensen leven in hun volwassen bestaan een tijdlang in een gezin, zo blijkt uit het rapport. De onderlinge band blijft als de kinderen het huis uit zijn.

De helft van de volwassen kinderen woont dichter dan 5 kilometer bij hun ouders. Ook blijven zij zo lang mogelijk voor hun ouders zorgen en schakelen ze pas professionele zorg in als ze het niet meer aankunnen.

Nederland is in een aantal opzichten een conservatief land, stelt het rapport. Nederlanders denken negatiever over werkende moeders en kinderopvang dan mensen uit andere Europese landen. Mede daarom werken in Nederland relatief weinig vrouwen voltijds.

Minister Rouvoet toont zich in zijn voorwoord ingenomen met de uitkomsten. „Wie had gedacht dat de solidariteit tussen ouders en kinderen ondanks emancipatie en individualisering nog altijd onverminderd groot is? Of dat de sociale samenhang in gemengde buurten niet per definitie slechter is dan in andere wijken?”

www.nkps.nl; www.nwo.nl.


Afkeer bij toename allochtonen

Er ontstaat weerstand tegen alloch-tonen als er meer mensen van buitenlandse afkomst in een buurt of wijk komen wonen.

Dat blijkt uit de studie ”Families in beeld”, die donderdag is gepresenteerd.

De veronderstelling dat de weerstand van oorspronkelijke Nederlanders tegen allochtonen groot is als er daadwerkelijk al veel van hen in een bepaalde buurt of wijk wonen, klopt niet.

Wel klopt de aanname dat de afkeer ten opzichte van allochtonen zich concentreert in huishoudens met lagere inkomens, aldus socioloog dr. J. Tolsma van de Radboud Universiteit Nijmegen.

„Een overheid die etnische weerstanden in een buurt wil verminderen, moet er vooral voor zorgen dat het gemiddelde inkomen in zo’n wijk omhoog gaat en dat de locale buurteconomie wordt gestimuleerd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer