De MIVD is de afgelopen twee jaar negatief in de publiciteit gekomen, onder meer door een conflict tussen twee medewerkers en de MIVD–leiding. Er zou ook sprake zijn van een verziekte werksfeer en verstoorde arbeidsverhoudingen. Maar volgens Van Middelkoop is hier geen sprake van en zijn werknemers van de MIVD „de kritiek en de onjuiste berichten zat”.
De Tweede Kamer maakte zich ernstige zorgen over de aantijgingen maar zag zich gebonden aan de vertrouwelijkheid. In het openbaar kan niet gesproken worden over operaties, werkwijzen en mogelijke misstanden. Ook de minister kon inhoudelijk niet ingaan op enkele rechtspositionele kwesties. Hij vroeg daarin het vertrouwen van de Kamer.

Het CDA, VVD en PVV waren blij met de positieve uitleg van Van Middelkoop en zijn vertrouwen in de dienst. Ze waren bezorgd dat disfunctioneren of een slecht imago van de MIVD in het buitenland zou leiden tot een slechtere informatiepositie. Dat kan de veiligheid van de militairen op missie in gevaar brengen.

Van Middelkoop erkende „het levensreddende en beschermende” belang van de MIVD voor missies. „Zonder inlichtingen geen missie”. Maar volgens hem is onrust binnen de dienst niet aan de orde en functioneert de dienst goed en professioneel.

De PvdA en de SP bleven achterdochtig. PvdA–kamerlid Angelien Eijsink begreep niet waarom Van Middelkoop zo stellig zegt dat alles in orde is terwijl er nog onderzoeken lopen. Zo onderzoekt oud–korpschef Bé Lutken de werksfeer en buigt de onafhankelijke commissie CTIVD zich over enkele conflicten met werknemers. De SP bleef ook achterdochtig en verwees naar interne onderzoeken. Daaruit bleek dat maar 18 procent van de ondervraagde MIVD’ers positief waren over de leiding.

De minister zei dat in elke organisatie wel onvrede of narigheid is, zeker tijdens een overgangsfase, waarin ook de MIVD verkeert. Hij wees verder op het lage ziekteverzuim als teken van rust.