Dat concludeert VU-onderzoeker Judith Soons in de studie waarop ze dinsdag promoveert. „Ik wilde weten welke levensgebeurtenissen invloed hebben op het geluk van mensen.”Daarvoor werden 1775 jongvolwassenen sinds 1987 tot 18 jaar lang gevolgd. Aan het begin van de studie waren ze allemaal tussen de 18 en 26 jaar. „Rond die leeftijd hebben de meeste belangrijke gebeurtenissen plaats: de eerste baan, eerste relatie. Mensen gaan samenwonen, trouwen, krijgen het eerste kind”, aldus Soons.

Een partner blijkt het meeste geluk te geven; meer dan kinderen of een baan. Daarbij vergroot iedere volgende stap in de relatie –van verkering, samenwonen tot trouwen– het geluksgevoel, concludeert de promovenda.

Niet alleen liefde en steun spelen hierbij een rol te spelen, maar ook materiële aspecten. „Het hebben van een partner brengt meer financiële zekerheid met zich mee.” Getrouwde mannen verdienen over het algemeen meer dan ongetrouwde mannen. Daarbij is samenwonen goedkoper dan alleen wonen.

Wat de promovenda verraste, was het ”langetermijneffect” van een relatie. „Mensen die trouwen of samenwonen zijn ook na tien jaar vaak nog gelukkiger dan mensen zonder partner. Ik vond het mooi om dat te zien.”

Over het geheel genomen blijken gelovige jongvolwassenen gelukkiger te zijn dan hun niet-religieuze leeftijdsgenoten. Daarbij trouwen zij vaker, een situatie die over het algemeen als prettiger wordt ervaren dan samenwonen.

Alhoewel trouwen voor het meeste geluk zorgt, zitten samenwonenden hier in Nederland niet ver onder. Cultuur speelt hierbij ook een rol. Uit een vergelijking van 31 Europese landen blijkt dat in landen waar samenwonen meer geaccepteerd is, gehuwden niet gelukkiger zijn dan samenwonenden.