AzG „als lokaas gebruikt” in Congo
Het Congolese regeringsleger heeft drie weken geleden in het oosten van Congo dorpen aangevallen op het moment dat daar een mazelenvaccinatie aan de gang was. Vrouwen, kinderen en gezondheidswerkers van Artsen zonder Grenzen moesten rennen voor hun leven.
Artsen zonder Grenzen (AzG) maakt de gebeurtenissen nu pas bekend, drie weken later, omdat de hulporganisatie eerst al haar medewerkers uit het gebied wilde terugtrekken.„Duizenden mensen, inclusief de teams van AzG, kwamen onder kruisvuur te liggen van troepen van het regeringsleger die aanvallen uitvoerden op rebellen. Deze aanval was een onacceptabel misbruik van humanitaire activiteiten voor militaire doeleinden”, aldus Luis Encinas, programmamanager Centraal Afrika van AzG, in een geschreven verklaring. „Wij hebben de sterke overtuiging dat wij gebruikt zijn als lokaas.”
De aanval vond plaats op 17 oktober. Daags tevoren had AzG aan alle strijdende partijen meegedeeld dat het massaal kinderen wilde vaccineren tegen een dreigende mazelenepidemie. „We vroegen veiligheidsgaranties aan alle betrokken partijen”, zei directeur Meinie Nicolai tegen nieuwszender Al-Jazeera. „We vertelden die partijen ook precies waar en wanneer we zouden vaccineren.”
De vaccinatiecampagne vond gedeeltelijk plaats in gebieden die onder controle stonden van het regeringsleger en verder op zeven plaatsen waar de rebellen van de FDLR de baas waren. Nicolai: „Op de dag dat we op die zeven plaatsen in FDLR-gebied zouden vaccineren, viel het regeringsleger aan. Ook de plaatsen van de vaccinaties kwamen onder vuur te liggen. Onze teams moesten te voet de heuvels in vluchten. Duizenden vrouwen en kinderen die zich voor de vaccinaties hadden verzameld, zijn ook in paniek weggevlucht. De vaccinatie is niet doorgegaan.”
Een woordvoerder van het Congolese regeringsleger vroeg zich tegenover persbureau Reuters af of AzG wel de juiste wegen had bewandeld. Volgens hem was het legerhoofdkwartier in de regionale hoofdstad Goma niet geïnformeerd. „Aangezien de militairen op 17 oktober geen orders kregen uit Goma om de aanval te stoppen, zetten zij hun activiteiten voort. Dat is nogal logisch. Er vonden op dat moment allerlei militaire operaties plaats in oorlogsgebied”, zei de woordvoerder.
Nicolai ontkent de bewering van deze woordvoerder. „Wij staan voortdurend met alle strijdende partijen in contact.”
De beschuldigingen van AzG aan het adres van het Congolese regeringsleger komen boven op de toch al toenemende kritiek op de medewerking van de VN-missie Monuc in Congo aan het jongste offensief van het regeringsleger tegen de FDLR. De belangrijkste taak van Monuc is de bescherming van de burgerbevolking.
In dat laatste offensief werkt het Congolese leger samen met het leger van buurland Rwanda. Een belangrijk gegeven, want de relatie tussen Congo en Rwanda was de afgelopen tientallen jaren uiterst koel, terwijl juist samenwerking tussen deze twee vijandige landen noodzakelijk wordt geacht voor de oplossing van de al tientallen jaren durende bloedige strijd in dit deel van Centraal-Afrika. De FDLR wordt algemeen verantwoordelijk gehouden voor het voortduren van de gevechten in Oost-Congo.
Juist vanwege de belangrijke toenadering tussen Congo en Rwanda steunt Monuc hun gezamenlijke militaire operatie tegen de rebellen van de FDLR. Monuc geeft onder andere voedsel voor regeringsmilitairen, brandstof, assistentie bij de planning van operaties en Monuc evacueert gewonde regeringsmilitairen. Internationale en lokale organisaties roepen Monuc echter al maandenlang op om haar steun in te trekken.