Val Berlijnse Muur maakte Bijbelsmokkel overbodig
Op ‘kampeervakantie’ met Bijbels op geheime plaatsen in een camper. Dat deden tientallen koeriers richting het IJzeren Gordijn. Frans en Margreet van den Berg uit Nunspeet maakten vijf tochten. Margreet: „Ik zat appeltjes te schillen als we de grens naderden. Dan had ik wat om naar te kijken.”
Zie ook het dossier Val van de Muur en het digitale magazine over de WendeHet echtpaar Van den Berg wil de aandacht niet op hun persoon richten, alsof ze iets bijzonders verrichtten. „Er waren er zo veel die dit werk deden. We deden het uit roepingsbesef.”
De reis ging één keer naar Polen, twee keer naar ex-Joegoslavië, verder een eenmalige reis naar Bulgarije en Hongarije. „Dat laatste land bezochten we in 1989, toen de situatie al niet meer zo spannend was. Maar we hadden niet de informatie dat de Muur snel zou vallen.”
De transporten werden altijd gedaan in campers met kleine kinderen. Die moesten namelijk de aandacht afleiden en de suggestie wekken dat het werkelijk om een vakantie ging. Van den Berg, die verschillende jaren voorzitter van de stichting Hulp Oost-Europa (HOE) was: „Het was vooral spannend als we de grens naderden. Met name de grens tussen West-Duitsland en de DDR was lastig. Daarna moest je nog van Duitsland naar Polen, maar die overgang was minder streng. Je moest echter nog wel naar een adres ergens bij de Russische grens.”
Breken
Voor de grensovergang zette het echtpaar altijd luid een cassettebandje met kinderliedjes aan. „Dat was om de spanning te breken. Niet voor onze kinderen maar voor onszelf. De kinderen waren toen in de leeftijd tussen de één en vijf jaar en wisten niet van onze onderneming.”
Bijbels smokkelen was altijd een rijden onder spanning. „Onderweg naar Polen mocht je niet van de Autobahn af en werd je gevolgd en geklokt. Je keek ook altijd scherp naar de situatie bij de grens. Als je een bestelbusje van buitenlandse werknemers zag, sloot je je daarbij aan. Dat soort busjes werden er vaak uitgepikt zodat je zelf door kon rijden. Ook vrouwelijke douaniers waren streng. Je zocht dan naar die rij waar je geen vrouwen zag.”
Eens was er een bijzonder spannend moment. „We kwamen bij de grens van de DDR en zagen een vrouwelijke beambte, echt iemand met haar op de tanden. Ze commandeerde dat we de deuren van de camper open moesten doen. Het was midden in de nacht, de grensovergang fel verlicht. De deuren van onze camper gingen achter open en onze kinderen riepen luid: Hoera. Ze dachten dat ze op de eindbestemming waren. De vrouw glimlachte en we konden gewoon doorrijden.”
Opluchting
Een grote opluchting was het wanneer de grens veilig kon worden overgestoken. „Maar daarna steeg de spanning opnieuw. De Bijbels moesten namelijk vóór het afgeven aan het bezoekadres uit de geheime ruimten in vuilniszakken worden geladen. Mijn vrouw stond dan op de uitkijk en ik haalde de inhoud snel leeg uit het systeem. Daarna volgde de route naar het adres. Je moest er niet aan denken dat je op dat tijdstip zou worden gepakt. We legden slaapzakken over de vuilniszakken.”
Maar ook op het afgeefadres was het uitkijken. Van den Berg: „We hadden nooit langer dan drie minuten de tijd om onze waar af te leveren. Vandaar dat we voor die tijd de lading uit het systeem moesten halen, want anders zou het op het adres te lang duren. Het was te opvallend als een buitenlandse auto te lang bij iemand zou staan. Die snelle aflevering heb ik wel als een nadeel ervaren. Je zou best eens willen napraten met de mensen, over hun leefsituatie, en met hen de Bijbel lezen.”
Soms kwam het echtpaar Nederlanders tegen die ook met een Bijbeltransport bezig waren. „Maar we wisten niet van elkaar af. Met buitenlanders moest je sowieso voorzichtig zijn. Op plekken waar je hen tegenkwam, meed je de contacten.”
Geheime codes
Eén keer kwam Van den Berg op een adres waar de predikant afwezig was. „De volgende avond probeerden we het weer, tevergeefs. We belden toen naar Nederland, wat gebeurde in geheime codes. Op die manier kregen we een nieuw adres door. De adressen en telefoonnummers die je meenam, moest je uit je hoofd leren. Ook antwoorden op standaardvragen van communisten kregen we mee.”
De terugreis van de bezoekadressen verliep doorgaans zo snel mogelijk. „We kregen van de betreffende predikant de vluchtroutes door en werden gewaarschuwd waar verklikkers waren. We reden soms honderden kilometers op hoge snelheid om eventuele politie voor te blijven.”
De ene reis was gevaarlijker dan de andere. Van den Berg voelde zich weinig happy in Bulgarije. „We reden daar met een Amerikaanse camper die zeldzaam was in dat land. Op een kampeerplaats vlak bij de Zwarte Zee voelde je unheimisch, zelfs bedreigd. Mensen scharrelden om je camper heen.”
Juist die Zwarte Zee leverde het echtpaar de nodige hoofdbrekens op. Van den Berg: „We gingen een uurtje zwemmen en wilden weer teruggaan naar onze camper. Toen bleek ik het sleuteltje te zijn verloren dat in mijn zwembroek zat en toen ergens op de bodem van de Zwarte Zee lag. Een reservesleuteltje was verborgen achter een van de koplampen. Met een lepeltje hebben we een speciale schroef opengedaan, waardoor we de reis konden voortzetten.”
Van den Berg weet dat er verschillende smokkelaars zijn gepakt. Op gevangenisstraf is dat nooit uitgelopen. Wel op een fikse boete en soms een dag op het politiebureau. „Soms was het heel spannend als je het dak moest openen, de bekleding van de banken moest weghalen en er boormachines aan te pas kwamen om verborgen ruimtes te ontdekken. Als er papier uitkwam, was het foute boel.
Er zijn gevallen bekend van mensen die toen besloten weer terug te gaan. Maar ik ken ook iemand die na acht uur weer probeerde de grens over te steken toen de wisseling van de wacht was geweest. Wijzelf hebben dergelijke avonturen gelukkig niet meegemaakt. Hierin hebben we altijd Gods hand gezien: Hij bewaarde ons.”
Duizenden kilometers
Het echtpaar heeft vele duizenden kilometers afgelegd. De tocht naar Bulgarije en naar de Zwarte Zee heen en weer was bijvoorbeeld 5000 kilometer. „Binnen tien dagen moesten we terug zijn. Een volgende reis was alweer gepland.”
Na de Wende werd het echtpaar uitgenodigd voor een afscheidsbijeenkomst waarbij zo’n 200 mensen aanwezig waren. „Toen bleek hoeveel mensen dit werk hebben gedaan. Op 27 oktober 1990 werden de Bijbelkoeriers en allen die het technische werk deden bedankt. Het dankgebed stond centraal. God bewaarde allen en zegende het werk. Je voelde het als roeping, al kwam er ook wat avontuur bij kijken. Als je ziet dat Bijbelsmokkel in verschillende landen nog steeds nodig is, is dat tragisch te noemen. Gebed voor al die Bijbelkoeriers die nu nog elke dag op pad gaan op veel plaatsen in de wereld is heel belangrijk.”