Buitenland

Hoofdstad Bolivia toneel van protesten en plunderingen

Bolivia beleefde de afgelopen week bange dagen. Terwijl in de grote steden van het land betogingen uit de hand liepen en omsloegen in plunderingen, bleef de politie in het beste geval thuis zitten. Een flink aantal agenten sloot zich aan bij de manifestaties in het kader van hun staking voor een loonsverhoging van 40 procent.

Van onze correspondent
19 February 2003 12:31Gewijzigd op 14 November 2020 00:08

Nadat boze menigten in La Paz en elders verschillende overheidsgebouwen in brand staken, besloot de leiding van de vakbond van brandweerlieden zich prompt solidair te verklaren met de agenten. Alleen het leger kon met enige moeite het uitbreken van anarchie voorkomen. Tanks, pantserwagens en soldaten in gevechtstenue domineerden het straatbeeld, samen met smeulende barricades, opgebroken trottoirs en losgerukte lantaarnpalen. De ongeregeldheden kostten aan zeker 24 mensen het leven. De ziekenhuizen van La Paz moesten een stroom van honderden gewonden verwerken. Soldaten sloegen in La Paz ringen van glimmend schietijzer rond de hospitalen om te verhinderen dat duizenden wanhopige familieleden van slachtoffers zich een weg naar binnen konden banen en zodoende het werk van de reeds oververmoeide artsen en verplegers onmogelijk zouden maken.

Vorige week donderdagavond moest president Sanchez de Lozada in allerijl het presidentiële paleis verlaten om aan de toorn van een woedende menigte te ontsnappen. Het staatshoofd maakte zich via de haast spreekwoordelijke achterdeur uit de voeten en wist aan zijn belagers te ontkomen door zich in een ambulance te verstoppen. Later die avond verscheen de zichtbaar aangeslagen president op de staatstelevisie met een oproep om het geweld te staken. „We maken ons land kapot. Laten we hiermee ophouden en met elkaar praten over de problemen en uitdagingen waarmee onze natie kampt. Het leeghalen van winkels, het vernielen van de woon- en werkomgeving draagt op geen enkele manier bij aan een oplossing”, aldus de president.

Aan het slot van zijn toespraak maakte Sanchez de Lozada bekend dat de politie en de brandweer hun gewenste salarisverhoging kunnen krijgen en dat hij voor het moment zal afzien van het plan om een loonbelasting te introduceren. Enkele uren later gingen de ongeveer 7000 politieagenten van La Paz weer aan het werk en keerde de rust terug in de stad.

Het plotselinge oplaaien van de volkswoede in Bolivia is onderdeel van een relatief nieuwe en verontrustende trend in Zuid-Amerika. Steeds vaker ventileren burgers op straat hun woede en frustratie over het optreden van regeringen. Meestal komt het daarbij tot ernstige geweldplegingen en vallen er doden.

Een halfjaar terug zag de regering in Peru zich genoodzaakt de voorgenomen privatisering van de watervoorziening in de zuidelijke provincies van het land terug te draaien nadat boze burgers in verschillende kleinere steden een spoor van vernielingen hadden achtergelaten. Ook in Argentinië moet de regering heel goed op haar tellen passen om de rust te bewaren. Bij het minste of geringste slaan menigten stadscentra aan gruzelementen. In het kleine Ecuador hebben manifestanten de afgelopen jaren tot twee keer toe een gekozen president die teleurstelde verjaagd.

In Venezuela, ooit een oase van democratische stabiliteit op het continent, protesteerden miljoenen mensen de afgelopen maanden haast dagelijks tegen de president die zij een jaar geleden nog op handen droegen. De oppositie organiseerde een algemene staking die twee maanden aanhield, het land nagenoeg ruïneerde en tot doel had de regering ten val te brengen, hetgeen uiteindelijk niet lukte.

De diverse crises hebben als gemene noemer dat in geen enkele van de door het rumoer getroffen landen het parlement naar behoren functioneert. Steeds minder Zuid-Amerikanen hebben vertrouwen in hun volksvertegenwoordigers. Sommige parlementen, zoals die van Venezuela, zijn door de regering monddood gemaakt. Andere, bijvoorbeeld die in Ecuador en Bolivia, zijn door het bestaan van talrijke splinterpartijen intern zo verdeeld dat zij nauwelijks in staat zijn om hun toezichthoudende functie te vervullen.

Terwijl de regering van een land als Bolivia zich geplaatst ziet voor een ernstige financieel-economische crisis, die noopt tot het nemen van soms pijnlijke bezuinigingsmaatregelen, rollen de afgevaardigden al ruziënd met elkaar door de vergaderzaal -en dit niet eens altijd in figuurlijke zin-, zonder dat het komt tot een inhoudelijke discussie over de manier waarop men de crisis kan overwinnen. Steeds vaker stellen multilaterale kredietgevers als het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank dan ook als voorwaarde voor het verlenen van financiële noodhulp, het bereiken van een nationale consensus over het te volgen beleid. Zelden komt het zo ver.

Het beleidsplan van de regering-De Lozada in Bolivia om de financiële perikelen van het land te boven te komen, dat de woede-uitbarsting van deze week teweegbracht, was op het eerste gezicht niet eens zo draconisch. De president stelde voor om de staat enige extra inkomsten te gunnen voor onder meer het betalen van nationale schuldverplichtingen door belasting te heffen op de inkomens van particulieren. Topinkomens zouden 12,5 procent moeten afdragen terwijl de fiscus van de modale werknemer niet meer dan 5 procent belasting wilde innen. Thans financiert de Boliviaanse overheid haar uitgaven hoofdzakelijk met de opbrengst van omzetbelasting en heffingen op de buitenlandse handel en op de winst van bedrijven.

Dat Bolivianen allerminst bereid zijn deze beperkte bijdrage aan het nationale herstel te geven, vindt wellicht zijn oorsprong in het gegeven dat hun land, net als veel andere landen in Zuid-Amerika, de laatste jaren van de ene naar de andere crisis hobbelt en velen het wachten op welvaartsgroei beu zijn. Dat er geen magische oplossing bestaat voor het stuiten van de economische neergang in de regio lijkt niet of nauwelijks te zijn doorgedrongen. Het electoraat in Bolivia verwacht van zijn regering niets minder dan dat zij ijzer met handen breekt. De Argentijnse kiezer koestert soortgelijke verwachtingen. Opnieuw wreekt zich het ontbreken van een deugdelijk parlement waar afgevaardigden op waardige manier debatteren over nationale vraagstukken.

Het zijn vaak niet de regeringen of presidenten die zich niet bewust lijken van de ernst van de situatie, maar de politici die de realiteit niet onder ogen willen zien en zich meer bekommeren over hun politieke stammenstrijd dan over het landsbelang. Hierdoor ontstaat in landen als Bolivia en Argentinië een situatie waarbij de bevolking alle geloof in haar afgevaardigden verliest en ervoor kiest om het heft in eigen hand te nemen. En dat gebeurde deze week in Bolivia. Het komt de breekbare democratieën van Zuid-Amerika niet ten goede.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer