Mkb dubt over virtuele weg naar Lissabon
Alleen door het scheppen van een ”Europese Virtuele Vrijzone voor Technologie” (EVVT) kan de Europese Unie de doelen van ’Lissabon’ halen. Dat meent directeur F. von Dewall van het economisch bureau van ING.
Op hun top in 2000 in de Portugese hoofdstad spraken de Europese leiders af in een tijdsbestek van tien jaar het meest concurrerende economische blok van de wereld te zullen zijn. Door slecht functionerende arbeidsmarkten en een langdurige economische malaise lijkt Europa echter steeds verder van deze doelstelling af te drijven. Om structurele barrières toch te slechten, zou naast de bestaande economische een nieuwe, parallelle structuur nodig zijn.
De nieuw van de grond te tillen EVVT, een virtuele vestiging van netwerken van ondernemingen, hun financiers en kennisinstellingen, zou projecten moeten uitvoeren die passen in het zogeheten Zesde Kaderprogramma, een Europees meerjarenprogramma voor stimulering van technologische ontwikkeling.
Het vorig jaar december gestarte vierjarenprogramma beoogt investeringen in een zevental technologieclusters te stimuleren, zoals bijvoorbeeld lucht- en ruimtevaart en ict. Het staat open voor alle soorten van deelnemers (publiek en privaat) die rechtsreeks of niet rechtstreeks actief zijn in het onderzoek. In de optiek van Von Dewall ligt de kracht van de EVVT erin ondernemers die samen willen innoveren te stimuleren door hen voor een nader afgebakende periode in de watten te leggen.
De „innovatiesprong” die de EVVT zo mogelijk maakt, kan ondernemers weer vaart geven, zei Von Dewall dinsdag in Amsterdam op de tiende jaarlijkse MKB-Beleidsdag. Hij zette zijn idee kracht bij door te wijzen op de uitkomsten van een recent onderzoek onder 1400 bedrijven uit de toeleverende industrie en uit de zakelijke dienstverlening in het midden- en kleinbedrijf (mkb) in Nederland, Vlaanderen en Noord-Rijnland-Westfalen.
De ondervraagde ondernemers gaven aan dat structurele, moeizaam te beïnvloeden factoren hen belangrijk in hun beslissingsruimte beperken. Dat zijn bijvoorbeeld slecht functionerende arbeidsmarkten, het accent van overheden op herverdeling van bestaande arbeid in plaats van op vernieuwing en als onjuist ervaren fiscale maatregelen.
Via de EVVT zouden netwerkende ondernemingen zulke barrières kunnen omzeilen en kunnen profiteren van zaken als gunstige fiscale afschrijvingsregels, één Europees rechtsgebied of gunstig te vestigen patenten. Daar tegenover staat dat deelname aan de EVVT ondernemingen zou moeten verplichten keihard afgesproken doelen te halen. „Er moet een meetbaar systeem ontstaan met zowel beloning als straf”, stelde Von Dewall.
„Een mooi vergezicht”, noemde topambtenaar Chr. Buijinck van het ministerie van Economische Zaken de EVVT. „Maar volgens mij zijn er actuelere zaken aan de orde. Het mkb moet gewoon praktisch aan de slag gaan om beter onderling te gaan samenwerken.”
Buijinck, die namens staatssecretaris Wijn de door ING opgestelde ”Miljoenennota MKB 2003” in ontvangst nam, zei het zorgelijk te vinden dat mkb-ondernemers in uitgaven voor vernieuwing van materieel, producten, diensten en ict snijden. „Daarmee ondermijnen ze hun en onze toekomst.”
Om doelstellingen van Lissabon te halen en die van Barcelona, waar in maart 2002 een Europese ambitie ten aanzien van onderzoek en ontwikkeling werd geformuleerd, is weliswaar een „substantiële inspanning” van zowel overheid als bedrijfsleven vereist. Maar Buijinck zocht deze liever in het doorvoeren van een reeks praktische maatregelen om het bedrijfsleven tegemoet te komen dan in de creatie van een virtueel beleidskader voor de ”happy few”.
„Onze aandacht moet niet slechts uitgaan naar sexy starters en groeiers, maar ook en vooral naar al die honderdduizenden andere mkb-bedrijven die in de schaduw daarvan voor ons dagelijks brood zorgen.” Geijkte, maar broodnodige zaken zijn het terugdringen van de administratieve lasten -die 9,5 procent van de toegevoegde waarde opslokken- en het beheersbaar houden van de loonkosten.
Von Dewall hield vol dat een EVVT goed te realiseren valt. „Deze kan een stimulans betekenen voor Europese samenwerkingsverbanden.” En afgezien van de vraag of de weg naar Lissabon nu virtueel is of niet: „Wat het mkb nodig heeft, is een innovatiesprong.”