Urker Visserskoor Crescendo op tournee in Canada en VS
Zes concerten in tien dagen, zingen in het Engels en ontmoetingen met tal van oud-Nederlanders. Het Urker Visserskoor Crescendo was vorige maand op tournee in Canada en de Verenigde Staten. „We love the royalty’s.”
Zwarte vloer, zwarte wanden, zwart plafond; een zwarte zaal gevuld met mannen in zwarte kleren. Het enige wit is de stropdas van de dirigent. In de Black Box, een zaal achter het grote podium van Redeemer University College in Ancaster, Ontario, zoekt de spanning zich een weg in het kippenhok: alles en iedereen kakelt door elkaar heen.In de bloedhete aula iets verderop in dezelfde school wacht dik duizend man. Klokslag acht uur op deze eerste zaterdagavond van oktober begint een concert van het Urker Visserskoor Crescendo. Van heinde en verre zijn de Canadezen gekomen om de Urkers te horen zingen.
Maar Crescendo is een beetje zenuwachtig. Gisteravond liep het concert in de Christian Reformed Church in Grimsby niet lekker, dat mag niet nog een keer gebeuren. Toen knetterde het in de pauze. Het was te zien aan de hoofden van de Urkers. Die waren bijna net zo rood als het gestreepte overhemd van hun Urker pakken. Lag het aan de voorbereiding? Kwam het van de spanning? Of van de Niagarawatervallen die het koor die dag in de stromende regen bezocht?
Dirigent Louwe Kramer maakte in Grimsby een blunder. Bij de aankondiging van het lied ”Neer’land en Oranje” wilde hij zeggen dat Crescendo het koningshuis een warm hart toedraagt. „We love the royals” is dat in het Engels. In plaats daarvan zei hij: „We love the royalty’s.”
Oecumene
Crescendo goes Canada. Voor het eerst in zijn 56-jarig bestaan stak het Urker visserskoor vorige maand per vliegtuig de grote plas over voor een tournee op uitnodiging van de Bonisa Zending. Er stonden zes concerten in Ontario (Canada) en Michigan (Verenigde Staten) op het programma in regio’s met veel Hollandse emigranten.
Het gezelschap telde ruim 140 personen, van wie de helft zangers. Verschillende mensen hadden nog nooit een vliegtuig vanbinnen gezien. De saamhorigheid binnen het koor was groot. „Dat is de oecumene van Crescendo”, aldus koorlid Fokke Post. „We komen uit verschillende kerken en op het koor zijn we één.”
Crescendo trad overzee op in de traditionele Urker kleding: voor de pauze in het zwart, erna in het rood-witte ”striept baotjen”. Doekje met ring om de hals, gouden keelknopen en de forse broekstukken maakten het geheel af. Uniek is dat het koor in het Engels zong. De variatie aan ”urk-English” was groot. Zo is het Engelse ”blood” voor veel Urkers hetzelfde als ”bloot” in het Nederlands.
Volgens solist Piet Baarssen een zware opgave. „Solo zingen in het Engels vraagt veel van je concentratie. Je wilt de woorden graag goed tot je nemen en overdenken. Na zo’n concert ben je echt kapot.”
Ergens halverwege de reis zei koorlid Tiemen Wezelman dat hij de complimenten moest doorgeven voor de manier waarop het koor in het Engels zong. „Vooral het neuriën was erg goed.”
Klok
Het concert in de Central Reformed Church in Grand Rapids was er een met een gouden randje. De honderden bezoekers genoten van de uitvoering die klonk als een klok. De mannen stegen boven zichzelf uit bij het zingen van Psalm 150 en het lied ”De lichtstad”. Ds. D. J. Budding, die de avond sloot, kwam woorden tekort. „We know Urk, we love Urk.” Met applaus stemde Grand Rapids daarmee in.
De bekende Amerikaanse componist Dale Grotenhuis (78) stak zijn waardering voor het ”wonderful concert” in Grand Rapids niet onder stoelen of banken. Grotenhuis, die jarenlang muziek doceerde aan het Dordt College in Sioux Center, Iowa, gaf dirigent Kramer een stapel muziek mee. „Kijk maar of er iets voor je mannen tussenzit. En anders zing je het maar op de kotter.”
Ontroerend was het concert voor honderden ‘Nederlandse’ bejaarden in het Holland Christian Homes in Brampton. De reis naar het oude vaderland duurde niet het geplande uur, maar 2,5 keer zo lang. Geen haan die ernaar kraaide. Ook niet toen de dirigent in zijn zenuwen de Engelse woorden sing, sang en song door elkaar haalde.
Knap
„Kijk naar mij”, gebiedt dirigent Louwe Kramer (51) vijf minuten voor aanvang zijn mannen in de Black Box in Ancaster. „Niet omdat ik zo knap ben, maar omdat ik de leiding heb. Laten we na afloop maar flink moe zijn. Dan hebben we alles gegeven.” Crescendo zingt Psalm 105 in het Engels, Psalm 68:10 in het Nederlands. Hoewel de tekst niet in het programmaboekje staat, kan een groot deel van de aula de psalm meezingen. „Geloofd zij God, met diepst ontzag.”
De 76-jarige Canadees Kees Devries geniet met volle teugen. „Die psalmen op hele noten zijn zo mooi.” Hij emigreerde in 1953 vanuit het Overijsselse Hardenberg naar Canada. Geen spijt van. „Dat stevig zingen met elkaar mis ik wel.” Na de pauze ontroert ”Neer’land en Oranje”. Om maar te zwijgen van de nationale volksliederen. Het Wilhelmus klinkt lekker in de overvolle aula. Maar bij ”O Canada” gaat het dak er echt af. Devries: „Nederland is mooi, Canada is beter.”
Ondanks zijn oer-Hollandse naam spreekt Albert Marskamp (25) geen letter Nederlands. Van Crescendo had hij nog nooit gehoord, maar het concert in Ancaster vond hij geweldig. „Het blijft toch altijd je vaderland.” Voorzitter Hessel Kramer van Crescendo merkte dat hij „in het verre land” zong voor een apart publiek. „We voelen ons verbonden in dat ene geloof dat zaligmakend is. Dan mag je vanuit je hart zingen.”
Automonteur Auke Romkes (19) is het jongste lid van Crescendo. Hij zou eerst niet mee naar Canada, maar er kwamen op het laatste moment twee plekken vrij. „Ik moest wel interen op mijn vakantiedagen van volgend jaar.” Zingen is zijn lust en zijn leven. „Bij Crescendo gaat het lekker eenvoudig met niet al te veel toeters en bellen. Dat stellen de mensen op prijs.”
Draaien
Dirigent Kramer toonde zich vlak voor de terugreis naar Urk tevreden. Zes concerten in tien dagen vergden veel van hem en zijn mannen. Het kostte soms moeite de zangers in het gareel te houden. „Inzingen doen we nooit. Het is staan en zingen. Een Urker is een eigenwillig mens. Die staat te draaien, een ander praat met zijn buurman. Psalmen zingen met handen in je zakken kan echt niet. Ik kijk ze aan, geef een knip met mijn vingers. Dan weten ze dat ik het meen.”
Muzikaal rept Kramer over „een feest van herkenning.” De programma’s boden een goede mix van psalmen en vaderlandse liederen. „Kippenvel als ”Wij willen Holland houen” klinkt in een presbyteriaanse kerk in Woodstock. Er had wel minder Engels in het programma mogen zitten. Er kwamen bezoekers van de concerten naar me toe die vroegen of we meer in het Nederlands wilden zingen. De psalmen zijn hier nog springlevend.” ”De lichtstad” is onder het koor verreweg het populairste lied. Of zoals ds. A. A. Egas, die met het koor meereisde, het zei: „Dan breekt ieder Urker hart.”
Eenvoud is het geheim van Crescendo, meent Kramer. „Rechttoe, rechtaan. Dat moderne werk willen we niet.” Tijdens de tournee had de dirigent er graag wat diepe bassen en hoge tenoren bij gehad. „Crescendo is op z’n best als we met z’n allen zijn. Dit was ongeveer de helft. Maar ja, als een visser zijn schip een week moet stilleggen kost hem dat 8000 euro.”
Als er een uitnodiging komt, hopen de Urkers over drie jaar weer naar Canada af te reizen. Dan naar het westen van het land, de provincies Alberta en British Columbia. Dat klinkt koorlid Reier ten Napel als muziek in de oren. Zegt hij bij het verlaten van de kerk in Woodstock na het vierde concert (van de zes): „Voordat we straks weer naar huis gaan, kennen we ”O Canada” uit ons hoofd.”
Zie ook http://weblogs.refdag.nl voor een reisverslag.