„Kerken hebben eigen erfgoed verkwanseld”
„Er is in ons land überhaupt geen instituut dat waarden overdraagt”, reageert Ulrich Woronowicz, voorzitter van de Conferentie van belijdende gemeenschappen in Duitsland, op het ”Generatieonderzoek 2002”. Uit dit onderzoek blijkt dat de kerk bij de overdracht van normen op de laatste plaats komt. „Want de grote kerken hebben de Bijbel verloochend”, zegt dr. W. Nestvogel.
Uit onderzoek van de Duitse christelijk-sociale Hanns Seidel Stichting blijkt dat ondervraagden aan het ouderlijk huis (61 procent), de school (43 procent) en de media (34 procent) grote waarde toekennen als het gaat om de overdracht van normen. Slechts 13 procent vindt dat de kerk een grotere plaats zou moeten krijgen bij de normenoverdracht.
Een wensdroom, noemt Woronowicz de uitkomsten van het onderzoek, niet zonder enig cynisme. „De realiteit ziet er heel anders uit. In Duitsland zie je een groot verlies aan waarden, ook in de kerken. Er is in ons land überhaupt geen instituut dat waarden overdraagt. Die situatie wordt tot op heden met inconsequente, kortademige en modieuze gedragscodes kunstmatig gecamoufleerd.”
Het dakverband waar de 75-jarige Woronowicz voorzitter van is, vertegenwoordigt zo’n vijftig groeperingen met in totaal 200.000 leden binnen de Evangelische Kerk in Duitsland (EKD). Het tamelijk losse verband heeft in elk geval één gemeenschappelijk doel: het vasthouden aan Schrift en belijdenis. Woronowicz: „Waarden? De toenemende individualisering maakt iedereen tot zijn eigen Mozes. Ieder heeft eigen geboden, een eigen Christus en vergeeft zijn eigen zonden - als van dat laatste sowieso nog sprake van is. Maakt een politicus een misstap en wordt hij ter verantwoording geroepen, dan zegt hij een fout te hebben gemaakt. Maar die ’bekentenis’ is dan ook genoeg. Door dit toe te geven, kun je weer gewoon functioneren”, aldus de predikant uit de voormalige DDR. „Waar echter de kerk als kerk present is, laat ze zien dat ze, zoals Claudia Langer onlangs zei, „een ongelooflijk goed product heeft.” We hebben na de ineenstorting van het communisme op geestelijk-moreel gebied geen concurrentie meer.”
Dr. W. Nestvogel ziet de uitkomst van het ”Generatieonderzoek 2002” als een bewijs dat de grote Duitse kerken falen. Het lukt hen niet meer duidelijk te maken dat ze een geloofwaardige voorsprong hebben inzake vragen van waarheid en moraal. Grote delen van de kerk, de kerkelijke leiding en de theologische opleidingen hebben hun enige bron van houvast, de Heilige Schrift, verloochend, zegt hij. „Ze zijn getrouwd met de bijbelkritiek en hebben het Woord van God aan het begrensde menselijke verstand onderworpen. Daarmee is het gezag van de Bijbel vervallen. Men heeft de tak van de boom waarop men zelf zat, afgezaagd.”
Volgens de hoogleraar aan de Akademie für Reformatorische Theologie (ART) in Marburg hebben allerlei sociologische en psychologische modellen de plaats van de theologie ingenomen. „Gods Woord is door pragmatische en politiek correcte meningen vervangen. De kerken hebben hun ”kerncompetentie” verlaten en zichzelf als waardeninstituut overbodig gemaakt. Kennelijk is dat een meerderheid in de samenleving intussen niet ontgaan.”
Des te urgenter zijn volgens Nestvogel belijdende christelijke gemeenten, die zich onverkort op het gezag van een onfeilbare Heilige Schrift beroepen. „Alleen daarmee kunnen ze een duidelijk geprofileerde bijdrage aan het debat over waarden en normen leveren. Je wordt er weliswaar in een postmoderne wereld geen opinion leader mee, maar wel een belangrijke gesprekspartner. Zo’n positie kan authentiek-christelijke oriëntatie bieden.”