Dat schrijft de onderwijsinspectie in een rapport over vier jaar tweede fase dat dinsdag aan de Tweede Kamer is aangeboden.

De directe doorstroom van havo-leerlingen naar het hoger beroepsonderwijs is toegenomen. De doorstroom van vwo naar hbo neemt af, die van het vwo naar de universiteiten is gegroeid. Voor conclusies over een verbetering van de aansluiting op het hoger onderwijs is het volgens de inspectie nog te vroeg.

Nog niet alle doelen van de tweede fase zijn gerealiseerd, al is er veel gebeurd, schrijft de inspectie. Meer dan vroeger spreken de leraren hun leerlingen aan op eigen verantwoordelijkheden en sporen zij hen aan om zelfstandig te werken. De noodzakelijke voorwaarden voor het zelfstandig werken worden echter op veel scholen nog onvoldoende gecreëerd.

De eerste resultaten van tweedefaseleerlingen in het hoger onderwijs laten geen grote verschillen zien met de oudestijlleerlingen. Wel is de wederzijdse oriëntatie tussen middelbaar en hoger onderwijs toegenomen.

Het werken met profielen om leerlingen tijdig bewust te maken van hun mogelijkheden, lijkt succesvol. In het vwo is de profielkeuze redelijk gespreid, maar op de havo blijken de natuurprofielen weinig te worden gekozen. Zeer weinig scholieren leggen examen af in twee profielen.

Leerlingen klagen over gebrek aan samenhang tussen de vakken binnen de profielen. Bij de voorgenomen herziening van de examenprogramma’s is volgens de inspectie aandacht nodig voor grotere samenhang.

Leerlingen besteden per week gemiddeld bijna 39 klokuren (contacturen, zelfstudie en huiswerk) aan school. Dat spoort goed met het uitgangspunt dat ze gemiddeld 40 uur aan hun studie moeten besteden. Naarmate de tweede fase is ingeburgerd verminderde het aantal klachten over pieken in de tijdsdruk.