„Openheid over NSB-verleden nodig”
Kinderen van NSB’ers worden, ook in de gereformeerde gezindte, nog altijd stilzwijgend aangekeken op hun verleden. Het zou winst zijn als het onderwerp binnen eigen kring bespreekbaar werd, stelt Herman van Beek.
Van Beek, bezig met een dissertatie over de relatie tussen de bevindelijk gereformeerden en de Joden in de periode 1870-2000, vindt dat de beeldvorming over het verleden op dit punt scherper en eerlijker kan. „In het geboortedorp van mijn ouders zaten de NSB’ers en SS’ers in hun uniform in het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente. In andere kerkgenootschappen was het niet beter.Een deel van onze bevolking was Duitsgezind en een deel van de bevolking is daadwerkelijk lid geweest van de NSB. Het gaat er niet om mensen te stigmatiseren of te veroordelen, maar om hen te zien zoals zij werkelijk zijn geweest in hun context. Ook dat is onze geschiedenis.”
Van Beek, werkzaam bij onderwijsadviesbureau imon advies en persoonlijk betrokken bij het onderwerp, vraagt zich af waar de openheid binnen de gereformeerde gezindte blijft. „Er is zo veel oud zeer, er zijn zo veel mensen die er niet over durven praten.”
De cultuur van schaamte en geslotenheid kan volgens Van Beek iets te maken hebben met het feit dat de gereformeerde gezindte in dit opzicht „meer oudtestamentisch dan nieuwtestamentisch” denkt.
„De zonden van de vaders en moeders mogen de kinderen niet aangerekend worden, maar dat is wel gebeurd. Mensen worden buitengesloten – een zwak punt van de gereformeerde gezindte. Terwijl toch een andere houding voor de hand ligt, juist vanuit de christelijke gedachte van vergeving, vanuit het bewogen zijn door de liefde van Jezus Christus.”
Er is volgens Van Beek moed voor nodig om „dit deel van onze geschiedenis te erkennen.” Hij hoopt dat als het gesprek binnen de gereformeerde gezindte op gang komt, het niet beperkt blijft tot de opinieleiders alleen. „De gewone mannen en vrouwen, de ouderen en de jongeren zouden erover moeten praten. Op scholen, in gezinnen, in de persoonlijke contacten.”
Het zou nuttig zijn, denkt Van Beek, als een goede jeugdboekenschrijver, zoals Henk Koesveld, het onderwerp nog eens oppakt. „We hebben een boek nodig als ”Oorlog zonder vrienden” van Evert Hartman, maar dan toegesneden op onze gezindte.”
Morgen in de bijlage Boeken: Herman van Beek recenseert het boek ”Besmette jeugd” van Ismee Tames.