Hirsch Ballin was daar een van de sprekers op een internationale conferentie over Europese en internationale samenwerking bij de aanpak en van mensenhandel. Initiatiefnemer voor de tweedaagse conferentie, die maandag begon, was Zweden, die momenteel voorzitter van de EU is.Volgens Hirsch Ballin kan internationale uitwisseling van informatie helpen om prostitutienetwerken die slachtoffers van mensenhandel dwingen in verschillende landen te werken, te identificeren en aan te pakken.

Hirsch Ballin haalde de Nederlandse praktijk aan, waar een burgemeester een aanvraag voor een vergunning kan weigeren of bestaande vergunningen kan intrekken wanneer er aanwijzingen zijn dat er sprake is fraude of andere misstanden. Een concrete indicatie dat dit het geval is, is voldoende om in te grijpen.

De minister noemde deze aanpak zeer effectief. „Veel vergunningen zijn geweigerd en verschillende bedrijven zijn gesloten, waaronder een aantal bekende bordelen in Amsterdam”, aldus Hirsch Ballin.

Omdat Nederland een bestemmingsland is voor mensenhandel vanuit zowel andere EU-landen als daarbuiten, moet Nederland samenwerken met de herkomstlanden. Een geslaagd voorbeeld is de samenwerking met Nigeria. Door Nigeria te helpen bij de identificatie van slachtoffers van mensenhandel voordat ze op het vliegtuig stappen en hulp te bieden aan de slachtoffers, werd het aantal minderjarige Nigeriaanse meisjes dat naar Nederland komt aanzienlijk teruggedrongen.

Een negatief effect van deze aanpak is dat andere Europese landen een toename zagen van het aantal minderjarige Nigeriaanse meisjes dat uit opvangcentra verdwijnt. „Daarom ben ik zo blij met pogingen om de externe dimensie van de EU-aanpak van mensenhandel te verbeteren”, aldus Hirsch Ballin.