Muziek

In de pronkkamer van het Groningse orgelland

Sietze de Vries (1973) uit Noordhorn was al jong gegrepen door de orgels in zijn provincie. Van de pronk­juwelen in Groningen maakte hij een beeld- en klankdocument.

19 October 2009 15:46Gewijzigd op 14 November 2020 08:55
Sietze de Vries, hier achter het Hinszorgel in de Petruskerk van Leens, maakte een klankdocument van de belangrijkste Groningse orgels. Foto RD
Sietze de Vries, hier achter het Hinszorgel in de Petruskerk van Leens, maakte een klankdocument van de belangrijkste Groningse orgels. Foto RD

”Pronkjuwelen in Stad en Ommeland” is een luxe-uitgave: twee vierkante boeken in een zwarte kartonnen box. Het ene boek bevat in drie talen artikelen over het Groningse orgelbezit en negentien portretten van de belangrijkste instrumenten; tekst en foto’s zijn van Sietze de Vries. Het tweede boek biedt vijf cd’s waarop De Vries alle negentien instrumenten bespeelt met literatuur en vooral improvisaties. Op een dvd komen orgelkenners als Cor Edskes, Jan Jongepier en Jürgen Ahrend aan het woord en laat De Vries karakteristieken van de orgels horen.De organist woont vanaf z’n elfde in Groningen en was al vroeg gegrepen door de orgels in de provincie. „Rond mijn twintigste was er eigenlijk geen instrument meer dat ik niet kende.”

Voelt u zich een ambassadeur van het Groningse orgel?

„Ja, vooral omdat de orgels te weinig bekend zijn. In het buitenland, maar ook in Nederland beseffen maar weinig organisten de volle rijkdom van het Groningse orgelbezit. Ik ben graag in de weer met excursies en concerten, om het unieke orgellandschap te ontsluiten. Organisten laten beseffen dat je oude muziek alleen echt kunt doorgronden als je op bijpassende instrumenten speelt. Dat is gemakkelijk in Groningen: je waant je in veel dorpen een paar eeuwen terug.”

U noemt Groningen een „heel bijzondere orgeltuin binnen het orgelparadijs Nederland.”

„Nergens op de wereld is zo’n concentratie aan unieke orgels uit de periode 1500-1800 te vinden. Ieder dorp bezit wel een fraai historisch instrument. De provincie had in de 17e en de 18e eeuw veel geld. Omdat Groningen in de 19e eeuw betrekkelijk arm was, zijn de oude orgels bijna nooit vervangen, hooguit gerepareerd. Dat is de redding van veel instrumenten geweest.”

Hoe selecteerde u de negentien orgels?

„Uit een groslijst van alle orgels uit de periode 1500-1800 selecteerde ik op relevantie, importantie van de bouwer en op een evenwichtige verdeling, zodat een goed beeld ontstaat. Het enige orgel dat ontbreekt en er absoluut bij had gemoeten, is dat van Midwolda; het grootste dorpsorgel van Hinsz. Helaas besloot de plaatselijke orgelcommissie dat dit project voor haar niet relevant was.”

Welke drie orgels springen er voor u uit?

„De Groningse Martinikerk staat op nummer 1. Het is uniek in alle opzichten: pijpwerk uit vijf eeuwen, de combinatie van kracht en briljante klank, de verfijning in de details: alles klopt. Ik vind dit het ideale orgel. Nummer 2 en 3 worden moeilijk: er is zo veel moois! De Schnitgers in Noordbroek en Uithuizen, de ruige Hinsz in Leens, de prachtige kerk met zijn middentoonsorgel in Zeerijp, het juweel van vroegbarokke orgelbouw in Kantens – ik kan niet kiezen.”

U hebt de cd’s vrijwel helemaal zelf ingespeeld. Waarom?

„Improvisaties vormen de hoofdmoot. Het is de ideale manier om het specifieke klankkarakter van elk instrument naar buiten te brengen. Wim van Beek is de enige andere speler die meewerkt. Hij is mijn oud-docent en past in het plaatje bij de andere ‘groten’ op de dvd: Cor en Bernhardt Edskes, Ahrend, Jongepier. Deze mensen hebben een schat aan kennis en ervaring over te dragen, die nu eindelijk in beeld en geluid ‘bevroren’ is en zo doorgegeven kan worden.”

Wordt er goed gepast op de Groningse orgelrijkdom?

„Zeker. Er zijn veel goede organisten, die begaan zijn met hun instrument. En erg veel enthousiaste commissies die concerten organiseren. Dat mag zelfs wel wat minder: er is een enorm overaanbod aan concerten.”

Zijn er nog dingen te wensen als het gaat om het Groninger orgelbezit?

„Dat het nog veel bekender mag worden. Eigenlijk zou het vanzelfsprekend moeten zijn dat orgelstudenten, nationaal en internationaal, in Groningen komen studeren.”

Mede n.a.v. ”Pronkjuwelen in Stad en Ommeland”, door Sietze de Vries (red.); uitg. Boeijenga Music Publications, Leeuwarden, 2009; ISBN 9789070425654; 106 blz. + 5 cd’s en dvd; € 75,00.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer