Ruim baan voor eigen ontwerp
Zelf je kleding kunnen maken volgens Knip- of Burdapatronen is wat waard, maar er is meer. Wie van maatwerk houdt, kan gaan leren patroontekenen. Een keur aan modevakscholen biedt een dergelijke opleiding. Allemaal hebben ze een eigen site, logo en lesprogramma. Modevakschool Ensaid neemt daarbij een heel eigen plaats in.
Als klein meisje was ze al aan het prutsen op een naaimachientje dat haar moeder cadeau kreeg bij de aankoop van haar eigen naaimachine, vertelt Marja Wisse-Kruis uit Kampen. Die passie ging nooit meer over. „Jarenlang heb ik nagenoeg alle kledingstukken zelf genaaid. Ooit werd me zelfs gevraagd een preekjas te maken.”Inmiddels volgt Wisse vanwege de behoefte eigen ontwerpen te maken en creativiteit in modellen te stoppen al twee jaar de Ensaidopleiding. Ze behaalde inmiddels de diploma’s voor modinette en costumière.
Gedateerde modellen
Wisse vindt de Ensaidopleiding ouderwets, maar heeft daar weinig last van. „De lesboeken ogen bijvoorbeeld niet fris en de modellen zijn gedateerd, maar het gaat erom dat je de basis leert. Momenteel ben ik bezig met de opleiding voor tailleuse. Dan komt er een extra boek over stoffenkennis bij. Je moet allerlei stoffen verzamelen, waaronder materialen die nu niet meer te krijgen zijn. Ook moet je omschrijvingen uit je hoofd leren, zoals ”canvas is grof op zeildoek gelijkend weefsel voor coats”. Bij zo’n zinsnede vraag ik me wel af wat voor nut dat heeft.”
Op internet valt Ensaid nogal uit de toon. Weggedrukt in een hoekje van de site staat een fraai jugendstillogo, met krulletters en een dame in kleding die allang niet meer het modebeeld bepaalt. De namen van de aangeboden vakken roepen een sfeer van lang geleden op: modinette, costumière, tailleuse, coupeuse, coupeuse-leidster, handwerkontwerpster, modiste en lerares-coupeuse. De laatste moet ervaren zijn in het maken van „herenkleding en gelegenheidskleding voor dames, onder andere volants, draperieën en jabots.” Hoeveel mensen zullen nog weten wat een jabot is?
M. Hendrikse-Knapen startte de opleiding in 1912. Deze staat sinds jaren onder het bewind staat haar dochter R. van Dorst-Hendrikse, die de 70 is gepasseerd. Blijkbaar ontbreekt tot nu toe de behoefte aan vernieuwing.
Dikke map
Wie voor alle vakken een certificaat heeft behaald, mag zich Ensaidlerares noemen en een eigen modevakschool beginnen, waaraan behalve naailes ook les in patroontekenen wordt gegeven – natuurlijk volgens het Ensaidsysteem. Voor ieder vak is er een lesboek waaruit de modellen getekend worden. Daarnaast moet het boek ”Garneren en afwerken” doorgewerkt worden, zodat de cursist aan het einde een dikke map met borduurwerken en allerhande versiertechnieken overhoudt. Ook dat hoort bij het kledingvak, meent Ensaid.
De ruim 500 leraressen in Nederland kennen een grote mate van zelfstandigheid. Maar voor het landelijk examen dienen zowel leerlingen als leraressen zich strak aan de Ensaidregels te houden. Tweemaal per jaar is er gelegenheid tot examen doen, eenmaal in ’s-Hertogenbosch en eenmaal in Nunspeet.
Een hele dag lang werken vrouwen (en soms een enkele man) aan kleine tafeltjes in een grote, muisstille zaal. Een voor een worden ze weggeroepen voor een mondelinge test. Leraressen patrouilleren door de gangpaden. Aan het einde van een slopende dag leest Van Dorst met ferme stem de namen op. Het is geen goed teken als je naam als een van de eerste klinkt. De desbetreffende dames verlaten bedrukt de zaal; ze mogen het later nog eens proberen.
Voor Wisse was de eerste examendag ontnuchterend. „Tijd voor koffie of middageten bleek er nauwelijks. Nu en dan werd ik opgeschrikt door kandidaten die in huilen uitbarstten of er opeens de brui aan gaven. Een oudere vrouw zei: „Ik heb jarenlang bij examens gezeten voor havo en vwo, maar zo’n manier van examineren is onmenselijk! Ik heb er een vogeltje van in mijn hoofd.””
„Naaien is weer in”
Jennie Drost-Koers uit Kampen „droomde ervan om een stoffenwinkel te beginnen.” Dat bleek niet haalbaar met schoolgaande kinderen. Ze begon alvast met de opleiding bij Ensaid, leren patroontekenen om zo toekomstige klanten beter te kunnen adviseren. „Er zijn maar weinig mensen die de Knipmodellen zonder aanpassing kunnen gebruiken. Verder wilde ik modellen die ik in de winkel had gezien en mooi vond zonder problemen in mijn eigen maten op papier kunnen tekenen.”
Drost deed in 1999 haar eerste en in 2005 haar laatste examen. Ze mag zich dus lerares noemen en heeft, in plaats van de begeerde stoffenzaak, inmiddels haar eigen Ensaidmodevakschool. Die telt momenteel zeventien leerlingen. Zeven vrouwen volgen de officiële Ensaidopleiding, de overigen hebben ‘gewoon’ naailes.
„De eerste twee hebben het afgelopen seizoen examen gedaan. Nu zijn er weer enkelen die het willen proberen. Het leuke van een eigen modevakschool is de diversiteit van de leerlingen. De een is heel voorzichtig, de ander te voortvarend. Een derde is heel creatief, terwijl nummer vier gestuurd moet worden. De een wil altijd met de mode meedoen, de ander volgt helemaal haar eigen smaak.”
Als het klikt binnen een groep zijn de lesavonden gezellig. „Er worden hele discussies gevoerd en ervaringen uitgewisseld. En niet alleen op handwerkgebied.”
Drost geeft drie avonden en een middag per week les, maar desondanks is er een wachtlijst. „Naaien en handwerken zijn weer in. Vroeger was naaien noodzaak; dat is nu anders. Maar nog steeds kun je er geld mee uitsparen en bovendien geeft het gewoon veel voldoening.”