EU-uitbreiding voorzichtig verder
Geleidelijk en voorzichtig. Met die woorden omschrijft Eurocommissaris Rehn de voortgang van het proces van een verdere vergroting van de EU.
De Fin, die binnen het college van voorzitter Barroso het betrokken beleidsterrein behartigt, presenteerde woensdag de jaarlijkse rapportage over de uitbreiding. Aanvragen voor toelating in de achterliggende twaalf maanden van achtereenvolgens Montenegro, Albanië en IJsland geven aan dat de Unie niets van haar aantrekkingskracht heeft verloren.Integendeel, de huidige crisis voedt elders de overtuiging dat het in moeilijke tijden beter is onder de paraplu van de EU en van de euro te vertoeven dan er alleen voor te staan. Voor IJsland was het na de ondergang van zijn banksysteem de voornaamste overweging om naar aansluiting te solliciteren.
Ondertussen groeit in de publieke opinie de aversie tegen weer nieuwe leden. Ook willen de politici eerst de in het Verdrag van Lissabon vastgelegde bestuurlijke reorganisatie gerealiseerd zien. Tegen die achtergrond sprak Rehn van „een zoeken naar een delicaat evenwicht tussen consolidatie en respect voor aangegane verbintenissen.”
Tevens waarschuwde hij dat we van de uitbreiding geen zondebok mogen maken nu het economisch tegenzit. Hij beschouwt de voortgang op dit gebied juist als een onderdeel van de oplossing voor de problemen die de mensen ervaren door de recessie.
De voorbereidingen voor het lidmaatschap dragen in de kandidaat-landen bij tot toenemende stabiliteit. Zij ontwikkelen zich daardoor tot betere partners voor de EU. Dit creëert een situatie waarvan beide zijden profiteren, luidt zijn redenering.
Kroatië nadert langzamerhand het afrondende stadium van de onderhandelingen. De regering in Zagreb moet, alvorens de eindstreep wordt bereikt, vooral nog meer doen aan het bestrijden van de corruptie en de georganiseerde misdaad. Intensivering van de inspanningen op die punten is trouwens een belangrijke aanbeveling voor alle beoogde nieuwkomers uit de westelijke Balkan.
De Europese Commissie stelt voor om met Macedonië, een andere republiek uit het vroegere Joegoslavië, binnenkort de officiële besprekingen, gericht op het invoeren van de gemeenschappelijke regelgeving, te starten. Het voldoet aan de criteria. Macedonië ruziet met de buren over hoe het zichzelf noemt. Griekenland protesteert omdat het een provincie heeft met dezelfde naam. De VN proberen te bemiddelen.
Voor Servië, Montenegro en Macedonië wordt begin 2010 een visumvrijstelling van kracht. In Bosnië-Herzegovina, dat eveneens aspiraties koestert voor opname in de Europese ‘familie’, blijven de hervormingen vooralsnog „zeer beperkt.”
Turkije is de grootste onder de aspirant-leden. Enkele jaren terug was het mogelijk toekomstige lidmaatschap een onderwerp dat voortdurend aanleiding vormde tot spanningen en crisisberaad. In 2005 viel het besluit om toetredingsonderhandelingen te openen. Thans verkeert de relatie met Ankara in een rustigere fase. Toekenning van het toegangsbiljet is nog ver weg.
De Commissie signaleert positieve ontwikkelingen, zoals de „historische mijlpaal” die zich aftekent als het gaat om de gewenste normalisering van de betrekkingen met Armenië. Ook zit er beweging in de omgang met de Koerden. Maar vervolgens hamert Rehn erop dat er op het pad van de aanpassingen van de samenleving aan de Europese standaarden beduidende stappen voorwaarts nodig zijn.
Er blijven volgens hem zorgen op een flink aantal terreinen, zoals de vrijheid van meningsuiting, de persvrijheid, de godsdienstvrijheid en de rechten van vakbonden en van vrouwen. Ook is nog steeds het conflict met Cyprus onopgelost.