Stilte rond museum van Dirk Scheringa
Door de problemen bij DSB Bank is het onduidelijk hoe de toekomst er uitziet van het Scheringa Museum voor Realisme in het Noord–Hollandse Spanbroek.
De museumdirectie en de woordvoerder zijn dinsdag onbereikbaar om iets te zeggen over de ambitieuze nieuwbouw van het museum, dat in 1997 is opgericht door Dirk Scheringa. Ook ontwerper Herman Zeinstra van DOK Architecten in Amsterdam onthoudt zich van commentaar.Medio volgend jaar moet de kunstcollectie verhuizen naar een nieuw kolossaal museumgebouw, enkele kilometers verderop. De huidige ruimte in het voormalige schoolgebouw in Spanbroek is veel te klein voor de collectie van ruim twaalfhonderd werken. De nieuwbouw telt liefst 44 zalen, elk van negen bij negen meter. De oppervlakte van het nieuwe museum is 10.000 vierkante meter, bijna vijf keer zo groot als het huidige museum en groter dan het Van Gogh Museum in Amsterdam.
In januari 2008 ging de eerste paal de grond in voor het nieuwe Scheringa Museum voor Realisme, en de bouw vordert gestaag. De muren en het dak zijn gereed en de vloeren zijn dichtgesmeerd. Daardoor zijn „de dimensies van de tentoonstellingszalen al goed voelbaar", aldus de website van het museum.
In de nieuwbouw moet de hele collectie te zien zijn, in combinatie met tentoonstellingen. De kunstverzameling is door Dirk Scheringa en zijn vrouw Baukje in enkele jaren opgebouwd. De basis wordt gevormd voor werken van magisch–realisten als Carel Willink en Dick Ket. In het verlengde daarvan bezit het echtpaar Nederlandse en buitenlandse tijdgenoten, onder wie schilderijen van Charley Toorop en René Magritte. Naoorlogse en hedendaagse figuratieven van onder anderen Lucian Freud en Marlene Dumas vullen de realisten aan.
Het museum verloor afgelopen voorjaar nog twee kostbare werken tijdens een overval. De daders gingen er vandoor met schilderijen van Salvador Dali en Tamara de Lempicka. De werken zijn nog altijd niet teruggevonden.