„We worden vermorzeld door de ABC’s”
Zelf doet hij er nooit aan mee, maar met twaalf koopzondagen per jaar kan Ed Pfann best leven. „Een ruimere zondagsopening is echter de nekslag voor kleine winkeliers.”
Het begon veertig jaar geleden met modeschoenen, inmiddels staat ”Pfann Schoenen Sports” in het Amsterdamse winkelcentrum In de Banne vooral bekend als dé regionale specialist voor veld- en zaalsporten.Niet alleen plaatselijke sportverenigingen weten Pfann (62) te vinden, ook de vaderlandse sporttop stapt er regelmatig binnen. Pfann: „Het complete nationale damesvolleybalteam koopt hier zijn schoeisel.” Bij de grotere ketens hoeven de dames ook niet aan te kloppen, weet Pfann. „Daar verkopen ze niet wat ik heb. En ze hebben er ook weinig verstand van.”
Pfann –zelf fervent volleyballer– wél. In zijn kleine zaak prijken maar liefst twaalf modellen volleybalschoenen. „Let wel: échte volleybalschoenen. Dus geen ‘indoorschoenen’ die je bij de grote ketens vindt. De zool, de demping; bij een volleybalschoen is het allemaal net even anders.”
Ondanks de brede waardering voor zijn vakmanschaphoudt Pfann soms zijn hart vast voor de toekomst. „Het Nederlandse winkelaanbod vervlakt en verschraalt. Grootwinkelbedrijven nemen de boel over. Straks zijn er nergens kleine specialisten meer te vinden en hebben we alleen nog winkelstraten met ABC-winkels: Albert Heijns, Blokkers, C&A’s… Noem ze maar op.”
De huidige wildgroei van koopzondagen draagt bij aan die trend, stelt Pfann. „Twaalf koopzondagen per jaar vind ik prima, maar meer moeten het er niet worden.”
Zelf opent Pfann overigens op geen enkele koopzondag zijn deuren, evenmin als zijn 22 collega-winkeliers in ”In de Banne”. „Na zeventig uur werk snak ik naar een dagje rust. Bovendien kan het op deze locatie niet uit. De opbrengst weegt nooit op tegen de kosten.”
Het relatief kleine winkelcentrum is simpelweg geen trekker voor zondagkopers, weet Pfann. „Mensen gaan die dag liever funshoppen in de grote winkelcentra, zoals hier 1 kilometer verderop aan het Buikslotermeerplein.”
Daar stonden diverse winkeliers dan ook te springen toen het gemeentebestuur van Amsterdam-Noord eerder dit jaar het gehele stadsdeel aanmerkte als toeristisch gebied, waardoor een vrije winkelopenstelling op zondag mogelijk werd.
Pfann niet. „In dat winkelcentrum zit ook een grote sportzaak. Naar iedere euro die daar op zondag wordt uitgeven, kan ik fluiten. Een ruimere zondagsopening betekent zo de nekslag voor kleine winkeliers.”
Zonder strakke regelgeving voor koopzondagen leggen daardoor complete winkelcentra als ”In den Banne” straks onherroepelijk het loodje, vreest de Amsterdammer. „Terwijl we toch ook voor de wijk een belangrijke sociale functie hebben. ”
Met een vijftigtal middenstanders uit de buurt wist Pfann de vrije zondagsopening in ‘Noord’ uiteindelijk via de rechter te voorkomen. „Die veegde het rapport over het vermeende toerisme in Amsterdam-Noord van tafel. Geloof me: hier lopen alleen verdwaalde toeristen.”
Drie gewonnen rechtszaken verder en 35.000 euro aan proceskosten lichter dachten Pfann en zijn collega’s in ”In de Banne” eindelijk verlost te zijn van de vrije zondagsopening in het stadsdeel. Tot hun verbazing besloot het Amsterdamse college van B&W onlangs per februari in één klap de hele stad uit te roepen tot toeristisch gebied. Pfann: „We kunnen dus weer opnieuw beginnen.”
Bij de plaatselijke afdeling van MKB-Nederland, de ondernemersvereniging voor het midden- en kleinbedrijf, vinden Pfann en zijn collega’s weinig steun.
„MKB? Zeg maar gerust MGB: midden- en grootbedrijf. Ik ben nota bene zelf lid, maar de vereniging schaart zich volledig achter de gemeente. Naar kleine winkeliers wordt gewoonweg niet geluisterd. Grootwinkelbedrijven hebben iedereen in de tang. Er zit daar zo ongelooflijk veel geld, macht en power.”