Acht jaar oorlog in Afghanistan
Op 7 oktober 2001 begon George Bush met zijn bombardementen op Afghanistan. Het offensief was onderdeel van de „oorlog tegen terreur" van de toenmalige Amerikaanse president. Acht jaar later zijn de radicaalislamitische Taliban nog springlevend, ook al zijn zij van het pluche van de macht in de hoofdstad Kabul verdreven.
Aanleiding voor de aanval waren de terreuraanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten. De Taliban zouden onderdak bieden aan Osama bin Laden en andere leiders van al–Qaeda. Bin Laden is tot op de dag van vandaag niet gevonden.Het Talibanbewind van Mullah Omar werd binnen een aantal weken verslagen. Een deel van de bevolking was daar blij mee. De Taliban hadden de Afghanen immers een strikt islamitische levensstijl opgelegd. Op een internationale Afghanistanconferentie in Königswinter bij Bonn werd Hamid Karzai aangewezen als interim–president. Het Westen beloofde te helpen bij de wederopbouw van Afghanistan.
De strijd tegen de Taliban, die zich in afgelegen gebieden hadden teruggetrokken, ging ondertussen door. Weliswaar proclameerde Bush in 2004 de overwinning met de woorden: „Afghanistan is niet langer een terroristenfabriek die tienduizenden moordenaars de wereld instuurt". Maar doden blijven er vallen, in Afghanistan zelf. De NAVO doodde alleen al bij een operatie afgelopen weekend naar eigen zeggen meer dan honderd Talibanstrijders. Bij de aanvallen van het bondgenootschap vallen echter ook geregeld burgerdoden.
Dat is een van de redenen voor onvrede onder de Afghaanse bevolking met de westerse aanwezigheid. Daarnaast leeft in de islamitische wereld het idee dat het Westen met een kruistocht tegen moslims bezig is, met name na de Amerikaans–Britse aanval op Irak in 2003.
De door het Westen in het zadel geholpen nieuwe bestuurders in Afghanistan blinken vaak meer uit door corruptie dan door opbouwwerk in dienst van het volk. Ook weet zich de NAVO geen raad met de massale drugsteelt: Afghanistan is inmiddels de grootste producent wereldwijd van opium, het basismateriaal voor heroïne. De machtige drugsbaronnen zijn een bondgenootschap aangegaan met de Taliban, die kunnen profiteren van honderden miljoenen euro voor hun oorlogskas.
Op dit moment zijn er ongeveer 100.000 buitenlandse militairen in Afghanistan. De Taliban kwamen op de achtste verjaardag van de aanval met een eigen verklaring via een internetsite. De beweging vormt naar eigen zeggen geen bedreiging voor het Westen. Wel blijven de militanten zich verzetten tegen de internationale troepenmacht in Afghanistan. „We hadden en hebben geen plan om andere landen aan te vallen, ook niet die in Europa", aldus de opstellers. „Ons doel is de onafhankelijkheid van het land en de opbouw van een islamitische staat".