Coca–Cola vulde zijn blikjes voor de Nederlandse markt tot dusver af in zijn vestiging in het Franse Duinkerken. Dat is nu niet meer nodig. Coca–Cola kan in Nederland straks voor 80 procent in zijn behoefte aan frisdranken voorzien.Met de investering in Dongen is 13,7 miljoen euro gemoeid. „Begin dit jaar zijn we aan de slag gegaan. Vanaf de zomer konden we proefdraaien en nu gaan we definitief produceren", zegt Cees de Mol van Otterloo, directeur externe betrekkingen bij Coca–Cola Nederland.

In de Brabantse fabriek werden al flessen met frisdranken gevuld. Door de uitbreiding van de capaciteit neemt het productievolume met 30 procent toe tot een totaal van 530 miljoen liter per jaar. Coca–Cola verkoopt jaarlijks ongeveer 600 miljoen liter in Nederland. Daarmee behaalt het concern jaarlijks een omzet van iets meer dan een half miljard euro.

De uitbreiding was volgens De Mol van Otterloo echt nodig. „We draaien goed. Dan kan je extra capaciteit goed gebruiken". De recessie heeft tot dusver weinig vat op Coca–Cola. Het bedrijf verwacht in Nederland dit jaar zelfs in volume en omzet licht te groeien. „Consumenten stellen nu veel vertrouwen in vertrouwde merken. Daar profiteert Coca–Cola van".

De blikjes die moeten worden afgevuld, komen overigens wel uit het buitenland. Nederland kent geen producenten van stalen blikjes, zegt De Mol van Otterloo. De blikjes moeten van staal zijn, omdat ze dan met magneten uit het afval kunnen worden gehaald. Blikjes bestaan voor iets meer dan de helft uit gerecycled materiaal.

De uitbreiding leidt niet tot veel meer werkgelegenheid. In Dongen werkten al 350 mensen voor Coca–Cola, daar zijn er nu 24 bij gekomen. Coca–Cola Nederland telt ruim achthonderd werknemers. De hoofdvestiging staat in Rotterdam.