EU wil eigen reactiemacht flexibeler inzetten
GOTENBORG (ANP) – De EU overweegt de Europese snel inzetbare gevechtstroepen, de zogeheten battlegroups, iets vaker te gebruiken. De parate troepen zijn sinds de lancering in 2007 nog nooit ingezet.
„We zijn het erover eens dat we een discussie moeten beginnen over flexibeler inzet", concludeerde minister Sten Tolgfors van huidig EU–voorzitter Zweden maandag bij EU–beraad in Göteborg.De troepen van in totaal drieduizend militairen zijn bedoeld voor snelle reactie op een crisis. Plan is nu dat troepen ook kunnen dienen als reserve voor lopende militaire missies van de EU.
Sommigen opperen ook om de troepen te gebruiken om gewone militaire missies van de EU uit te voeren. „Daar ben ik faliekant tegen", zei minister Eimert van Middelkoop (Defensie). „Dat heeft niets met snelle reacties op crises te maken. Als we dat zouden doen, gaan landen op hun handen zitten als ze het verzoek krijgen om troepen te leveren voor een missie".
De twee battlegroups bestaan uit 1500 militairen van EU–landen die bij toerbeurt een half jaar paraat staan om een crisis direct in de kiem te smoren. Nederland doet in de eerste helft van 2010 mee zo’n battlegroup, samen met Groot–Brittannië.
Dat de troepen tot dusver steeds in de kazernes zijn gebleven, vindt Van Middelkoop geen probleem: „Gelukkig maar dat ze niet nodig zijn geweest".
Bij het beraad opperden enkele landen ook om de kosten van de gevechtstroepen voortaal te delen. Nu moeten de landen die aan de beurt zijn, zelf alle kosten van de eventuele acties betalen.
Huidig EU–voorzitter Zweden wil het onderwerp in november opnieuw ter sprake brengen bij EU–beraad van defensieministers.
Hoewel misschien niet zo bekend, onderneemt de EU al tien jaar eigen militaire operaties. Zo zijn er ruim tweeduizend militairen die de orde handhaven in Bosnië (EUFOR Althea). De EU heeft tevens een vierhonderd man sterke politiemacht in Afghanistan (EUPOL) en de marinemissie EU NAVFOR Atalanta tegen piraten voor de Somalische kust.
De eigen EU–reactiemacht staat los van een soortgelijke NAVO–macht, de NATO Response Force (NRF). De NAVO kampt met een tekort aan mankracht voor die NRF, zodat die momenteel niet snel inzetbaar meer is.