Toerisme Bali krabbelt op na aanslag in Kuta
De Balinese bevolking krabbelt op uit een dal na de aanslag van 12 oktober in Kuta. Het aantal toeristen herstelt zich licht. Winkels, bars en restaurants zijn echter akelig stil voor de begrippen van de plaatselijke bevolking van het Indonesische eiland ten oosten van Java.
De aanslag, die de vooral onder Amerikanen en Australiërs populaire nachtclub Sari Club in de as heeft gelegd, heeft de toeristische industrie verwoest, stelt de Balinese regeringsfunctionaris Suamba van het toerismebureau. „Daardoor is de gehele economie van het eiland in een shock geraakt en heeft Bali zijn imago als eiland van de goden en de vrede verloren.”
De anderhalve meter diepe krater die in het wegdek was geslagen door de bom in een minibusje voor de Sari Club, is inmiddels weggewerkt. Drie grote terreinen waar ooit nachtclubs en bars stonden, liggen nog braak.
Eigenaresse Katut Rahaya van een restaurant een paar panden verder van de plek des onheils kort haar 25 werknemers nog steeds 25 procent op hun salaris, omdat ze anders failliet gaat. „Na de aanslag heb ik een maand lang geen klant gezien. En nog steeds komt er geen kwart aan inkomsten binnen van wat ik voor de bom had.”
Ruim de helft van de Balinezen verdient zijn brood aan de vakantiegangers. Indirect zijn nog veel meer mensen, bijvoorbeeld werknemers in de bouw en op de rijstvelden, voor hun inkomen afhankelijk van toerisme. Hotels, restaurants en handel in houtsnijwerk, batiks en andere souvenirs zijn normaliter goed voor bijna eenderde van het totale inkomen van Bali.
Direct na de aanslag stortte het toerisme geheel in. Bezochten in september nog 160.000 buitenlanders Bali, in november waren dit er slechts 31.500. Oad Reizen, de grootste Nederlandse touroperator in reizen naar Bali, noteerde na de aanslagen een dip van 1200 minder boekingen. De tweede reisorganisatie Thomas Cook (Neckermann en Vrij Uit) zegt zelfs een maand lang helemaal geen reizen naar het eiland te hebben verkocht.
In januari is er wel weer een licht stijgende lijn te zien en werden meer dan 60.800 gasten geteld. Dit is vooral te danken aan toeristen uit landen in de omgeving van Bali: Japan, Taiwan en Singapore.
Volgens Suamba komt dit door een grote solidariteit die na de aanslag in Kuta is ontstaan in Zuidoost-Azië. De Amerikanen en Australiërs blijven grotendeels nog weg door het negatieve reisadvies dat hun regering voor Indonesië heeft gegeven.
„Uiteindelijk zullen wij wel als winnaar uit deze tragedie komen”, stelt Suamba. Volgens hem kent de overwegend Hindoe-bevolking van Bali een enorme veerkracht: „Wij hebben het vermogen om uit iets negatiefs iets positiefs te halen. Door de aanslag heeft Bali wereldfaam gekregen en het is aan ons om te laten zien dat ons eiland wel degelijk een veilige plek is.”