SGP-jeugd krijgt lesje onderwijs
„Een bijzonder lesje onderwijs.” Met deze titel van hun bijeenkomst hadden de SGP-jongeren niets miszegd. Het ging er vrijdagavond stevig aan toe op het Gomarus College in Gorinchem.
De SGP-jeugd wilde zich bezinnen op de betekenis van het grondwetsartikel over de vrijheid van onderwijs. Daarvoor hadden ze dr. P. G. C. van Schie, directeur van de Teldersstichting, het wetenschappelijk instituut van de VVD, uitgenodigd. Hij is een verklaard tegenstander van de vrijheid van onderwijs. Hij mocht het debat aangaan met dr. R. Bisschop, directeur van het reformatorische Wartburgcollege, locatie Revius. Ook A. R. el Shershaby, bestuurder van de Amsterdamse islamitische school die enkele weken geleden in opspraak was, zou het woord voeren. Via de telefoon had hij gezegd onderweg te zijn, maar toen de avond was afgelopen, was hij nog steeds niet gearriveerd.Van Schie mocht het spits afbijten. De kern van zijn bezwaren tegen het bijzonder onderwijs is dat deze scholen kinderen te veel in een bepaalde denkrichting duwt. Van Schie: „Het is goed voor kinderen dat ze vertrouwd raken met alle meningen zodat ze zelf een keuze kunnen maken. Kinderen mogen niet gestuurd worden in een bepaalde richting. Er is dan van vrijheid weinig sprake. Kinderen worden gesocialiseerd in een bepaald geloof en dat is niet liberaal.”
De opponent van Van Schie, Bisschop, verwierp hartgrondig de stelling dat kinderen en pubers al jong keuzes moeten maken: „Jongeren hebben een ruggengraat nodig, een levensovertuiging. Het is niet voor niets dat jongeren pas op achttienjarige leeftijd stemrecht krijgen. Het is niet voor niets dat het studiehuis in de laatste leerjaren van het voortgezet onderwijs een mislukking werd.”
De bewering van Van Schie dat het openbaar onderwijs levensbeschouwelijk neutraal is, onderschreef Bisschop ook niet. „Neutraliteit bestaat niet. Al het onderwijs gaat uit van een levenbeschouwing, ook het openbare. Als het onderwijs echt neutraal zou zijn, zal het naast de evolutietheorie het creationisme op gelijkwaardige wijze moeten behandelen, zodat kinderen een eigen keuze kunnen maken. Maar ik denk dat dit niet gebeurt.”
Verder stelde Van Schie dat reformatorische scholen niet bijdragen aan integratie van vreemdelingen: „Ik was eens op het Guido de Brèscollege in Rotterdam. Op station Lombardijen –waar ik per trein aankwam– was 90 procent van buitenlandse afkomst. De school, die pal naast het station staat, is 100 procent wit. Je kunt dan niet de stelling handhaven dat de school bijdraagt aan de integratie.”
Ook hierin kreeg de liberaal Bisschop niet mee. Die zette daartegenover dat het bijzonder onderwijs wél bijdraagt aan integratie. Als voorbeeld noemde hij de manier waarop de Guido de Brès bezig is met het thema integratie. „Deze school organiseert ontmoetingen tussen allochtonen en autochtonen, waarbij de jongeren in gesprek gaan met andersdenkenden. Het reformatorische onderwijs leert respect voor andersdenkenden. Je moet je naaste liefhebben. Dat is een fundamenteel Bijbelse eis.”
Bisschop haalde uit naar SP-Kamerlid Van Dijk. Die verzet zich tegen het islamitisch onderwijs en het reformatorisch onderwijs. „Het verschil tussen extreme islamieten en orthodoxe christenen is acceptatie van de rechtsstaat. Van Dijk is aan het demoniseren, of hij het weet of niet. En daar betalen wij als belastingbetalers dan 150.000 euro per jaar voor.”