Vlees noch vis
De menukaart in een visrestaurant begint steeds meer te lijken op de rode lijst van bedreigde diersoorten. Paling, tonijn, griet, haai, en zelfs kabeljauw worden straks een nog exclusiever bordvulling dan haas, edelhert en buffel. Maar niet alleen de dieren verdwijnen. Net als eerder bij de jager zal ook de visser als beroep uitsterven.
SlikkenOf hun opvolgers, de veehouders en de viskwekers, wel toekomstbestendig zijn, is twijfelachtig. Fokkerij verhelpt schaarste in situaties waarbij meer dieren worden opgegeten dan de natuur kan voortbrengen. Toch blijkt dat eerder een dure dan een duurzame oplossing. Er wordt weliswaar niet rechtstreeks op wild gejaagd, maar vee- en vismesterijen verorberen zo veel leefruimte en voedsel dat natuurlijke ecosystemen alsnog verschralen. Kweekdieren verminderen ook de biodiversiteit. Het aantal exemplaren neemt toe, het aantal soorten neemt af.
Eenzijdige commerciële selectie leidt tot degeneratie, plagen en ziekten, vervuiling en uitputting van bronnen. Moeten we dit echt allemaal slikken om 7 miljard mensen aan voldoende proteïnen en andere onmisbare voedingsstoffen te kunnen helpen? Het antwoord is: vooreerst nog wel, maar uiteindelijk niet.
Elk mens heeft een minimumhoeveelheid etenswaar van voldoende kwaliteit nodig om in leven te blijven. Dieren zijn wel lekker om op te smikkelen, maar ze zijn niet de efficiëntste en gezondste voedselbronnen. Koeien bijvoorbeeld zetten voer niet alleen om in melk en vlees, maar verstoken het ook om warm te blijven en te bewegen, en slaan schadelijke stoffen zoals zware metalen op in vet. Van de voedingsstoffen uit opgeslokt plantaardig materiaal komt zo uiteindelijk maar een bescheiden deel op het etensbord terecht, en dan ook nog met grotere concentraties gifstoffen.
Het kan meer en beter voedsel opleveren als gewassen zonder tussenkomst van hogere levensvormen geschikt te maken zijn voor menselijke consumptie. Bijvoorbeeld door bacteriën. Net als in de magen van een koe kunnen geselecteerde bacteriestammen in bioreactoren gras helpen omzetten in gewenste voedingsstoffen. Een dergelijke verkorting van de voedselketen kan ook plaatsvinden door industrieel met bacteriële processen van algen eiwitten en ‘visvetten’ te maken. Deze technologie kan met minder milieubeslag en minder kosten meer voedsel voor meer mensen produceren. Een interessant perspectief voor agrariërs, vegetariërs en parlementariërs.
Protest
Deze trend met micro-evolutionaire selectiemethoden lijkt in te druisen tegen de scheppingsorde. Toch is dat juist niet het geval. Genesis 1 beschrijft een aarde die floreert met alleen plantaardige biomassa als voedsel voor dieren en mensen. Wetenschappelijk en technisch volgt uit de gevonden orde in het aardse ecosysteem nu ook dat de mensheid alleen kan overleven door volledig over te gaan op groen basisvoedsel.
Een door de geschapen natuurlijke wetmatigheden afgedwongen dierlozer voedselvoorziening is een goede zaak. Wel moet geprotesteerd worden tegen de kwalijke praktijken bij de ontwikkeling daarvan, zoals genetische manipulatie, monopolies via bacteriepatenten en onzorgvuldig grondstoffengebruik. Ons eten mag vlees noch vis worden, maar wij zelf niet.
De auteur, Ries van Maldegem, is adviserend ingenieur. Reageren aan scribent? nietbijbroodalleen@refdag.nl.