„Eind 2008 al verzoek tot arrestatie Julio P.”
DEN HAAG/BUENOS AIRES – Een Argentijnse rechter heeft Nederland al eind vorig jaar verzocht Transavia–piloot Julio P. op te pakken voor zijn vermeende aandeel in de gruweldaden van het militaire bewind van Jorge Videla in de jaren ’70 en ’80. Dat meldde het Argentijnse dagblad Pàgina 12 donderdag.
P. werd dinsdag in de Spaanse stad Valencia opgepakt. Hij zou als marinepiloot hebben meegewerkt aan het dumpen van tegenstanders van de Argentijnse dictatuur boven zee. Uit verklaringen van zijn collega’s zou blijken dat zijn werkgever Transavia daar zeker al in 2006 van wist.Volgens RTL Nieuws, dat zegt te beschikken over originele getuigenverklaringen uit het dossier tegen de piloot, vertelde P. al in 2003 over zijn daden tijdens het Videla–regime. Dat deed hij tijdens een etentje met collega’s op het Indonesische eiland Bali. Volgens La Nación lichtten de piloten uiteindelijk hun chef in, die de zaak aanhangig maakte bij de Argentijnse politie.
Tijdens het diner zou een discussie zijn ontstaan over de rol van Jorge Zorreguieta, de vader van prinses Màxima, tijdens de ’vuile oorlog’ in Argentinië. Daarbij zou P. het regime hebben verdedigd. Ook vertelde hij dat hij zelf had meegewerkt aan de zogenoemde dodenvluchten, waarbij politieke gevangenen levend vanuit vliegtuigen in zee werden gegooid.
Aanhouding
Het is onduidelijk waarom het tot september 2009 heeft geduurd voordat P. uiteindelijk in de kraag werd gevat. Diplomatieke bronnen in Argentinië verklaarden tegenover Pàgina 12 dat de piloot niet in Nederland werd aangehouden omdat zijn dubbele (Argentijns–Nederlandse) nationaliteit uitlevering aan het Zuid–Amerikaanse land zou hebben bemoeilijkt.
Het openbaar ministerie noch Transavia was donderdagavond bereikbaar voor commentaar. Woensdag werd al bekend dat justitie in Nederland bij het onderzoek betrokken is. Het OM meldde toen dat Argentinië in maart van dit jaar een internationaal arrestatiebevel tegen P. heeft uitgevaardigd.
Ook in politiek Den Haag roept de zaak vragen op. De VVD wil van het kabinet horen hoe P. jarenlang ongestoord als piloot voor Transavia heeft kunnen werken, terwijl de inlichtingendienst AIVD regelmatig personen natrekt die werken in beveiligde delen van Nederlandse luchthavens.
Vooronderzoek recherche
De Nationale Recherche heeft in 2006 een vooronderzoek gedaan naar piloot Julio P., om te kijken of hij wellicht strafbare feiten had gepleegd. Een woordvoerder van het landelijk parket van het openbaar ministerie (OM) zei vrijdag dat dat onderzoek in 2008 is uitgelopen op een daadwerkelijk strafrechtelijk onderzoek, waarbij ook Argentinië betrokken was. In beide landen liepen toen opsporingsonderzoeken naar de piloot van de Nederlandse luchtvaartmaatschappij Transavia.
Aanleiding voor het vooronderzoek in 2006 was informatie die bij de politie was binnengekomen over het verleden van P. Het OM wil niet zeggen waar de informatie vandaan kwam. Hoogstwaarschijnlijk gaat het om informatie van collega’s van P., aan wie hij zou hebben verteld dat hij de dodenvluchten had uitgevoerd.