Daarop wijzen deskundigen van een aantal niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) die eind januari een bezoek brachten aan Irak. Volgens hen zijn de levensomstandigheden in het land nu al „catastrofaal.” Zo heeft 40 procent van de bevolking geen toegang tot schoon drinkwater en zijn 0,5 miljoen kinderen sterk ondervoed. Het sterftecijfer zou onder kinderen jonger dan vijf jaar bijna tweeënhalf keer zo hoog liggen als in 1990, voor het begin van de internationale boycot tegen het land van Saddam.

Van alle doodsoorzaken is 70 procent terug te voeren op aantasting van de ademhalingsorganen. De grote armoede in Irak heeft tot gevolg dat de meeste gezinnen zijn aangewezen op de voedseldistributie door de regering.

Een ineenstorting van de infrastructuur zal de problemen in het land nog groter maken, zo vat de christelijk-humanitaire organisatie World Vision uit Friedrichsdorf het oordeel van de experts samen.