Breed is die weg omdat ze aangenaam en vermakelijk is voor het vlees. Op de weg die naar het eeuwig verderf leidt, vindt men al wat voor de verdorven natuur zoet en aangenaam is. Men wandelt er in de aanschouwing van zijn ogen en in de wegen van zijn eigen hart. Op die weg ziet men allerlei pracht en praal, gezwier en gezwaai van duizend vlaggen van ijdelheid. Hier ziet men danserijen en brasserijen, hoe zondiger hoe liever, en men danst en springt al vrolijk naar de hel.Breed is die weg omdat ze voor de verdorven natuur zo gemakkelijk is. Op de weg die naar het eeuwig verderf leidt, staat men niet zo bloot aan smaad en verdrukking. Men vindt er rust en gemak en men heeft niet te vrezen dat men om Christus’ Naam enig lijden of vervolging moet uitstaan. Maar, ik zeg u, het einde zal de last dragen, als men in de ure van de dood plotseling storten zal in het eeuwig verderf.

Breed is ook de weg omdat ze gemakkelijk te vinden is. Door de poort van de verdorven natuur is men direct op de brede weg. Men hoeft dan die weg niet te zoeken, men is er vanzelf op. Men vindt er allerlei soort mensen, van alle staat.

Johannes Barueth,predikant te Dordrecht (”De predikende en wonderdoende Christus”, 1752)