Dat blijkt uit tellingen van leerplichtambtenaren, die PvdA–wethouder Kriens (Volksgezondheid) maandag naar buiten heeft gebracht. Vijf meisjes verblijven nog in het buitenland, tien meisjes zijn in Nederland.Rotterdam begon in mei een proef om uithuwelijking van meisjes in hun land van herkomst te voorkomen en jonge, uitgehuwelijkte vrouwen op te sporen. Leerlingen kunnen een verklaring tekenen waarin zij zich tegen de uithuwelijking verzetten. De verklaring moet de juridische basis vormen om het gedwongen verblijf in een ander land aan te vechten.

Tot nog toe ondertekenden drie jonge vrouwen een dergelijk contract. De gemeente en de GGD hebben regelmatig contact met hen. Zij werden deze zomer niet gedwongen te trouwen.

„Iedereen moet in vrijheid kunnen kiezen met wie men wil trouwen of samenwonen. Zelfs met de beste wil van de wereld, kun je uithuwelijken van je kinderen niet anders zien dan moderne slavernij”, zei Kriens. Volgens de wethouder is het probleem een relatief onbekend terrein.

Rotterdam begon de proef overigens in overleg met de ministers Hirsch Ballin (Justitie) en Van der Laan (Integratie). De bewindslieden hopen dat de proef leidt tot een landelijke aanpak van huwelijksdwang. Deze zomer heeft Buitenlandse Zaken ambassades geïnstrueerd alert te zijn op gedwongen huwelijken. De ambassades moeten dat dan weer melden bij de Immigatie– en Naturalisatiedienst (IND).

In antwoorden op vragen van PvdA–Kamerlid Arib schrijft Hirsch Ballin dat hij nog studeert op juridische mogelijkheden om gedwongen huwelijken aan te pakken.