Meningen verdeeld over claims Volendam
De advocaten van de Stichting Slachtoffers Nieuwjaarsbrand Volendam (SSNV) en twee slachtoffers zien na een week getuigenverhoren de kansen op succesrijke schadeclaims stijgen. „Zowel richting gemeente als richting café-eigenaar Veerman”, aldus letselschadeadvocaat L. Louwerse vrijdag.
N. Koeman, advocaat van de betrokken gemeente Edam-Volendam, is een tegengestelde mening toegedaan. Hij heeft tijdens de vier verhoordagen „weinig gehoord dat wijst naar aansprakelijkheid van de gemeente” en vindt dat zij de brandpreventie vanaf 1999 goed ter hand heeft genomen. Veel aanknopingspunten om een zaak tegen de gemeente te beginnen ziet Koeman dan ook niet. „De eiser zal de onzorgvuldigheid van de gemeente moeten aantonen.” Zelfs als dat zou lukken, is het volgens de raadsman nog maar de vraag of de geleden schade het gevolg is van die onzorgvuldigheid.
De SSNV en de individuele slachtoffers willen in de civiele procedure de aansprakelijkheid van de gemeente en J. Veerman, eigenaar van café De Hemel, aantonen. Zij houden beide partijen verantwoordelijk voor de cafébrand, waarbij veertien jongeren om het leven kwamen en er bijna tweehonderd gewond raakten.
Vrijdag verscheen oud-burgemeester F. IJsselmuiden voor de Haarlemse rechter-commissaris. IJsselmuiden gaf te kennen dat hij eigenlijk al twee dagen na de ramp had willen aftreden. Dat was de dag waarop hij voor het eerst de brief onder ogen kreeg die brandpreventieambtenaar C. Bont in mei 2000 naar Veerman had gestuurd. In de brief stond dat er in het café sprake was van een „levensgevaarlijke situatie” als zich een incident zou voordoen.
In de tijd direct na de ramp was IJsselmuiden naar eigen zeggen „nogal labiel.” Hij liet zich weerhouden van een snel aftreden en bleef tot in maart aan het roer van zijn zwaar getroffen gemeente.
Tijdelijke sluiting van het café van Veerman –die de preventieaanwijzingen niet opvolgde– is volgens de oud-burgemeester niet aan de orde geweest. „We waren bezig met een inhaalslag op het gebied van afgifte van gebruiksvergunningen. Mensen moeten eerst de gelegenheid krijgen iets aan de situatie te doen.”
Fel
IJsselmuiden haalde opnieuw fel uit naar de lokale partij Volendam ’80 (VD’80). Volgens hem heeft toenmalig milieuwethouder K. Schilder van VD’80 in 1996 de benoeming van een brandpreventieambtenaar tegengehouden. Pas in 1998 werd Bont aangesteld. Gevraagd naar een reactie noemde Schilder de bewering van IJsselmuiden „absoluut onwaar.”
Het Rijk is volgens IJsselmuiden vooral financieel tekortgeschoten. Zo zette het Rijk begin jaren negentig het project Versterking Brandweer op, maar vergat het de financiering. Gemeenten kregen bovendien van hogerhand de opdracht haast te maken met het afgeven van gebruiksvergunningen voor de brandveiligheid. De brandweerkorpsen hadden veelal geen geld om extra mensen aan te nemen voor dit werk. „Dat moesten gemeenten dan maar doen”, aldus IJsselmuiden.