Dat bleek woensdag uit het kwartaalbericht van De Nederlandsche Bank (DNB).Voor het eerst sinds het derde kwartaal van 2007 is door het herstel op de aandelen weer sprake van een positief rendement. Vooral door deze resultaten, maar ook dankzij de rentestand, nam de gemiddelde dekkingsgraad toe, aldus DNB.

DNB beoordeelde de afgelopen maanden ruim 340 door pensioenfondsen ingediende herstelplannen. De meeste ontvingen een positieve reactie uit Amsterdam. Een klein deel kreeg een negatieve beschikking en mag een nieuw plan indienen.

Naar verwachting zullen pensioenfondsen er ruim drie jaar over doen om op de minimale dekkingsgraad van 105 procent te komen. Op langere termijn zullen ze moeten doorgroeien naar een percentage dat past bij de risico’s die een fonds loopt. Dit vereiste eigen vermogen ligt veelal tussen de 110 en de 130 procent. De meeste pensioenfondsen hebben in hun herstelplannen circa negen jaar uitgetrokken om dit niveau te bereiken.

Als gevolg van de kredietcrisis hebben veel pensioenfondsen het moeilijk en zakte hun dekkingsgraad de afgelopen tijd onder de 100 procent. Daardoor hadden ze te weinig vermogen om aan de toekomstige verplichtingen tegenover werknemers te voldoen.

DNB volgt de pensioenfondsen nauwlettend. Zolang een herstelplan niet is beëindigd, dient een fonds aan het eind van het jaar te rapporteren of het herstel volgens plan verloopt. Pas wanneer een pensioenfonds drie kwartalen geen tekort kent, beschouwt DNB een herstelplan als formeel beëindigd.