Binnenland

„Draagvlak reformatorisch onderwijs kleiner”

Directeur Henk Hille van de reformatorische basisschool Rehoboth in Opheusden, dinsdag veertig jaar actief in het onderwijs, zag de houding tegenover reformatorisch onderwijs door de jaren sterk veranderen. „Het politieke draagvlak wordt kleiner en onze uitzonderingspositie groter.”

Jasper van den Bovenkamp
15 September 2009 11:12Gewijzigd op 14 November 2020 08:40

De geboren Delftenaar was bereid naar het kleinste gehuchtje van Nederland te verhuizen om te ontkomen aan de dienstplicht. Hij had in 1969 juist de Pedagogische Akademie (PA) afgerond en zestien verplichte legermaanden kwamen hem helemaal niet uit. Om eventuele vrijstelling te verkrijgen, solliciteerde hij naar Ee, zo’n beetje het noordelijkste dorpje van Friesland. De brief sorteerde echter niet het gewenste effect en de ijverige sollicitant moest zich alsnog in een groen uniform hijsen.Na twaalf maanden dienstplicht bracht Staphorst uitkomst. De Eerste school met de Bijbel bood genoeg emplooi voor de leerkracht. Bijna 21 jaar gaf hij er les. Na zeven jaar werd hij ook benoemd als directeur.

Het was best zweten in het begin, stelt Hille, die nog wel een tijdje door wil. „De lessen op de PA waren overwegend theoretisch en van vakken als aardrijkskunde, geschiedenis en biologie had ik niet veel kaas gegeten. Nooit eerder had ik het zo druk. Ik zat hele zaterdagmiddagen te corrigeren.”

In 1991 wordt de Staphorster schoolmeester aangenomen als adjunct-directeur en leerkracht van de splinternieuwe Rehobothschool in Opheusden. Een belangrijke reden van de verhuizing van de familie Hille naar Opheusden is hun gehandicapte dochter en zusje, Margriet. Zij kan terecht op dagverblijf De Schutse in Kesteren. „We kenden Opheusden verder helemaal niet en hadden er ook geen contacten. Gelukkig kom je als onderwijzer snel in aanraking met allerlei mensen.” Negen jaar na zijn benoeming in Opheusden wordt Hille locatiedirecteur van de Rehobothschool.

In vier decennia is er veel in het onderwijs veranderd, merkt Hille op. Grote winst is volgens de schooldirecteur dat het onderwijs nu veel planmatiger van opzet is dan pakweg dertig jaar geleden. „Toen ik begon in Staphorst, zei het schoolhoofd: „Nou, veel succes, jongen.” Nu zijn er begeleidingsplannen, leerlingbesprekingen, volgsys­temen, interne begeleiders en onderwijsassistenten. Vroeger had ik in groep 7 een jongen met een rekenniveau van groep 4. Ik zat flink met m’n handen in het haar. In die groep had ik namelijk ook nog 28 andere leerlingen die om aandacht vroegen.” Het onderwijsveld is er volgens Hille de laatste jaren voor ouders niet overzichtelijker op geworden. Er zijn allerlei netwerken van zorg en begeleiding ontstaan en het is soms een zoektocht om bij de juiste instantie terecht te komen. Deze zoektocht betekent voor de leerkrachten een hele administratieve belasting.”

Een van de gevaren in het huidige onderwijs vindt Hille dan ook de grote werkdruk die rust op de schouders van het onderwijzend personeel. Meer uitval en minder welbevinden zijn het gevolg. De grote planlust en een structureel hijgende vernieuwingsdrang vanuit de hogere regionen spelen de leerkrachten eveneens parten. „In elke vernieuwing zit een kern van waarheid, maar niet elke vernieuwing is even waardevol. En bovendien gaat het vaak veel te snel. Voor innovaties moet je draagvlak creëren bij docenten zelf, daarna geleidelijk invoeren en vervolgens implementeren. Daar moet je jaren voor uittrekken.”

De maatschappij is ten opzichte van de reformatorische school in veertig jaar tijd sterk veranderd. „Het politieke draagvlak wordt kleiner en onze uitzonderingspositie groter”, constateert Hille. „Het boezemt me soms vrees in. De goegemeente heeft niet altijd in de gaten in welke bevoorrechte positie wij verkeren in vergelijking met omliggende landen. Terwijl de eerste generatie ontzettend blij was met de reformatorische scholen, lijken onze voorrechten nu vanzelfsprekend gevonden te worden.”

De komst van refoscholen had ook een keerzijde, vindt Hille. „De ‘gewone’ protestants-christelijke scholen hebben we deels leeggezogen. We moeten in de wereld staan. Evenwel kies ik onvoorwaardelijk voor christelijk onderwijs op gereformeerde grondslag, omdat ik mijn kinderen in de beschermde setting van school, kerk en gezin wil opvoeden.” Als het aan Henk Hille (60) ligt, gaat hij voorlopig nog niet met pensioen. De basisschooldirecteur van de Rehoboth in Opheusden, vandaag veertig jaar actief in het onderwijs, „kan nog best wat aan.” „Ik ben in ieder geval nog niet van plan vervroegd uit te treden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer