Onrechtmatige vergoedingen ambtenaren in buitenland
DEN HAAG (ANP) – Er is „relatief veel mis" met de vergoedingen voor Nederlandse ambtenaren die met een salaris van het Rijk voor internationale organisaties als de Europese Unie en de Verenigde Naties in het buitenland werken. De regels voor de vergoedingen worden door ministeries verschillend en soms „onrechtmatig" toegepast.
Dat stelt de Algemene Rekenkamer in een donderdag verschenen rapport over de periode van 2002 tot medio 2008. Daaruit bleek dat 293 van de 501 uitgezonden ambtenaren in de periode samen 23,1 miljoen euro aan vergoedingen kregen. In 22 gevallen kregen ambtenaren „onrechtmatig" een vergoeding op grond van een regeling die alleen geldt voor ambtenaren van Buitenlandse Zaken en sinds 2007 voor ambtenaren van Economische Zaken.Die regeling is 30 procent hoger dan de vergoeding die de Europese Unie al betaald. Het gaat om ongeveer 1500 euro per maand per persoon. Dit leidt tot onnodige kosten voor het Rijk, stelt een woordvoerder van de rekenkamer. Verder constateert de Rekenkamer dat veel ministeries met moeite of geen informatie over de uitbetaalde vergoedingen konden aanleveren.
Verantwoordelijk minister Guusje ter Horst (Binnenlandse Zaken) is het niet eens met de conclusie van de Rekenkamer dat er relatief veel mis is. Het gaat slechts om 22 van de 293 gevallen waar een vergoeding is uitgekeerd. Ze reageert verwonderd op het argument dat er sprake is van rechtsongelijkheid tussen ambtenaren van Buitenlandse Zaken en die van andere ministeries. Ter Horst is het er mee eens dat er een meer eenduidig systeem voor vergoedingen moet komen. De minister vindt wel dat maatwerk voor de individuele ambtenaar mogelijk moet blijven.
Het onderzoek is een vervolg op een eerder onderzoek naar vergoedingen voor ambtenaren die tijdelijk zonder behoud van salaris werden uitgezonden. Daaruit bleek onder meer dat in een kwart van de gevallen de regels werden geschonden en dat er voor ruim 2,5 miljoen euro aan onterechte pensioenpremies niet waren terugbetaald. Ter Horst heeft aangekondigd dat zij die waar mogelijk wil terugvorderen. Dat geldt ook voor de niet teruggevorderde pensioenpremies van Defensiepersoneel die uit dit onderzoek zijn gebleken.