Hij zei de claims voor de rechter te zullen aanvechten. „Iedereen kan wel aan onze deur kloppen en geld vragen. Maar wij gaan naar de rechtbank. Zij hebben hun advocaten, wij hebben onze advocaten".De advocaat van de nabestaanden reageerde gematigd positief op de aankondiging van Kaddafi. Raadsman Jason McCue zei tegen de BBC dat het betekent dat „ze de strijd met ons aangaan". En dat is volgens hem positief, want voorheen wilden de Libiërs niets met de zaak te maken hebben.

De nabestaanden krijgen wel steun van de Britse regering in hun poging een vergoeding te krijgen van Libië. Dat maakte premier Gordon Brown zondag bekend. Een team van het ministerie van Buitenlandse Zaken zal de raadslieden van de nabestaanden gaan bijstaan. Vorig jaar weigerde Brown nog de zaak te bespreken met de Libische autoriteiten.

In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw heeft Libië volgens defensiespecialisten automatische geweren, explosieven en luchtafweerraketten aan de IRA geleverd.

De relatie tussen Groot–Brittannië en Libië ligt gevoelig sinds de vrijlating van de Libiër Abdel Basset al–Megrahi. Die is veroordeeld voor de aanslag op een vliegtuig boven het Schotse Lockerbie waarbij 270 doden vielen. Browns tegenstanders zeggen dat hij druk heeft uitgeoefend op de Schotse regering om Megrahi vervroegd vrij te laten omdat dit de Britse zakenbelangen zou dienen. Brown spreekt dat ten stelligste tegen.