Birma schenkt „wrokkig” aandacht aan dwangarbeid
De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) houdt morgen een bijeenkomst over dwangarbeid in het westen van Birma. Experts achten de kans toch klein dat het regime iets zal ondernemen om een einde te maken aan de flagrante wanpraktijken.
De bijeenkomst in Sittwe, een havenstad dicht bij de grens met Bangladesh, probeert Birmese rechters, militairen, agenten en ambtenaren bewust te maken van de onaanvaardbaarheid van dwangarbeid. De praktijk komt in Birma nog veel voor en treft onder meer ook kinderen en jongeren. Ondanks zware internationale druk heeft het militaire regime in Birma er nooit veel tegen ondernomen.De Birmese machthebbers werken nauwelijks samen met internationale organisaties die zich kritisch opstellen. Maar de ILO heeft sinds juli 2007 al vier keer eerder de kans gekregen haar bezorgdheden ter plaatse uit de doeken te doen.
„Dit is een positieve stap”, zegt Steve Marshall, de vertegenwoordiger van de ILO in Birma, over de toelating van de bijeenkomst, morgen. „Maar toch vinden militairen dat ze boven de wet staan.”
Ook volgens David Scott Mathieson, een adviseur voor Birma van de Amerikaanse mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch, betekent de bijeenkomst niet dat het regime nu opeens van plan is een einde te maken aan de dwangarbeid in het land. „Het is eerder een teken van wrokkig respect. Als de Birmese regering onder de contacten met de ILO uit kon, zou ze dat doen.”
De ILO heeft haar druk op het regime in Birma constant opgevoerd. In 2006 dreigde de organisatie ermee Birma voor het International Gerechtshof te slepen omdat de rechten van werknemers er zo massaal werden geschonden. Een dergelijke rechtszaak zou een primeur geweest zijn.
Birma wist de klacht af te wenden met een aantal toezeggingen. Maar de afspraken blijken slecht te worden uitgevoerd. De ILO had onder meer geëist dat er in Birma een geloofwaardig mechanisme zou komen om klachten over dwangarbeid te behandelen en de klagers te beschermen. Volgens Marshall kan de ILO nu in Birma informatie verzamelen over misstanden op arbeidsvlak, maar worden informanten soms gearresteerd. „Op dit moment zitten er twee mensen in de gevangenis omdat ze een klacht indienden bij de ILO.” Het regime verhindert volgens hem ook dat er informatiebrochures over de problematiek worden verspreid.
Birma ligt waarschijnlijk dwars omdat het leger en de overheid overeind worden gehouden door dwangarbeid. Volgens de Birmese Federatie van Vakbonden, een netwerk van arbeidsactivisten in ballingschap, zijn er de voorbije decennia in Birma „miljoenen mensen ingezet bij de aanleg van spoorwegen, de bouw van wegen en legerkazernes, in de landbouw en in ondernemingen die in handen zijn van het leger.” Burgers worden door het leger ook in de rol van dragers, schoonmakers en zelfs van ontmijners gedwongen.
De deelstaat Arakan, waar de vergadering van zondag plaatsvindt, is in dat opzicht berucht. De belangrijkste slachtoffers zijn Rohingya’s, een etnische minderheid die vooral de islam aanhangt in het overwegend boeddhistische land.
Volgens een recent rapport van het Arakan Project, een organisatie die de mensenrechtenschendingen tegen de Rohingya’s volgt, worden boeren er systematisch gedwongen voor het leger rijst te telen en rubberbomen en notelaars aan te planten. Ze worden ook ingezet om wegen te repareren en voor bouwwerkzaamheden in de legerkampen.
Het rapport meldt dat de dwangarbeid er dit jaar nog opgevoerd is, omdat er een hek langs de grens met Bangladesh wordt gebouwd.
Chris Lewa, coördinator van het project, denkt niet dat de vergadering van morgen veel verandert aan de situatie.