Columbia-ramp raakt Wall Street
De schokgolven van de ramp met het ruimteveer Columbia, die zaterdag zeven astronauten het leven kostte, beroerden maandag ook Wall Street, waar aandelen van bedrijven die participeren in NASA’s bemande ruimtevaartprogramma onder druk kwamen te staan.
De ernstigste schade leed Alliant Techsystems, het bedrijf dat de externe aandrijfraketten voor de shuttles produceert.
Een stuk isolatie van een van deze raketten raakte los bij de lancering van de Columbia en heeft daarbij mogelijk de isolatie van de linkervleugel beschadigd. Deze schade heeft volgens NASA-deskundigen bij terugkeer in de dampkring mogelijk tot een fatale kettingreactie geleid die het einde van het ruimteveer betekende. De zorgen van beleggers zijn niet ongegrond. Na het ongeluk met de Challenger zeventien jaar geleden kwam het Amerikaanse ruimtevaartprogramma ruim twee jaar stil te liggen, hetgeen niet minder dan 12.000 mensen hun baan kostte.
De NASA heeft een groot deel van de programma’s -waaronder de shuttlevluchten- uitbesteed. De belangrijkste klant van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie op dit gebied is United Space Alliance, een joint venture van vliegtuig- en wapenfabrikant Boeing en concurrent Lockheed Martin. Het aandeel Boeing daalde maandag met 48 dollarcent (1,5 procent) en eindigde de dag op 31,11 dollar. Lockheed Martin zakte 1,50 dollar (2,9 procent) en sloot af op 49,55 dollar. Alliant werd het zwaarst getroffen en zakte 6,34 dollar (11,7 procent) tot een slotkoers van 48,02 dollar.
Onmiddellijk na de Columbia-ramp werd in tal van commentaren de zin van de bemande ruimtevaart aan de orde gesteld, net zoals dat na eerdere ongelukken gebeurde. President Bush prees maandag echter de wetenschappelijke inspanningen van de Columbia-bemanning en zei tijdens een toespraak tot personeelsleden van het National Institute of Health dat de ramp beslist niet het einde zal betekenen van de Amerikaanse bemande ruimtevaart.
„Dat is natuurlijk een zekere geruststelling voor bedrijven die deelnemen in NASA-programma’s, maar wij mogen er toch van uitgaan dat een deel van die programma’s voorlopig stil komt te liggen”, aldus marktanalist Pierre Chao van Credit Suisse First Boston.
De NASA houdt voorlopig alle shuttles aan de grond, totdat er meer duidelijkheid is over de oorzaak van de ramp. Dat is een tegenslag voor Boeing, maar volgens Chao zal dat gedeeltelijk gecompenseerd worden door de ruimere financiële armslag die is voorzien voor het ministerie van Defensie (Pentagon) in de begroting voor het fiscale jaar 2004 (lopende van oktober 2003 tot en met september 2004) die president Bush maandag aan het Congres presenteerde.
Hierin is 380 miljard dollar voorzien voor het Pentagon plus nog eens 20 miljard dollar voor het Amerikaanse kernwapenprogramma, dat wordt beheerd door het ministerie voor Energiezaken. Boeing hoopt in het kader van de militaire modernisering in Amerika nieuwe hypermoderne wapensystemen te kunnen leveren.
Volgens Chao blijft de schade door de Columbia-ramp verder op lange termijn beperkt voor de belangrijkste commerciële partners van de NASA. In tal van commentaren na de ramp werd het verouderde ontwerp van de shuttle en de ouderdom van de ruimteveren benadrukt. Niet alleen technici maar ook het Congres buigt zich over het ruimtevaartprogramma, dat de laatste jaren financieel misschien te kort gehouden is. Verschillende parlementariërs hebben al kritiek geleverd op het plan van NASA-topman Sean O’Keefe om de shuttles nog minstens tien tot vijftien jaar langer te gebruiken. „Er is een groep deskundigen en parlementariërs die aandringt op een moderne nieuwe generatie shuttles. Als men daartoe besluit, zullen Boeing en de andere ruimtevaartbedrijven daarvan ruimschoots profiteren. De Columbia-ramp wordt dan op termijn een stimulans in plaats van een tegenslag”, meent Pierre Chao.