„Schriftgezag onder jongeren taant”
Het gezag van de Schrift onder de reformatorische jeugd neemt af, meent drs. H. G. Leertouwer. „Vroeger was een beroep op de Schrift het einde van alle tegenspraak, tegenwoordig is dat bij veel leerlingen niet meer het geval.”
Leertouwer, docent godsdienst aan de Guido de Brèsscholengemeenschap in Rotterdam, sprak dinsdag tijdens de tweede dag van de Haamstedeconferentie in Elspeet. Hij maakt zich zorgen over ontwikkelingen onder reformatorische jongeren en vroeg aandacht voor de afnemende erkenning van het gezag van de Schrift. Hij herinnerde aan het relationele waarheidsbegrip dat in de jaren tachtig van de vorige eeuw in de Gereformeerde Kerken opgeld deed en vreest dat een dergelijk waarheidsbegrip in de reformatorische gezindte steeds meer ingang krijgt. „Het criterium voor wat waarheid is, wordt steeds meer ons voorstellingsvermogen, ons gevoel.”Enige tijd geleden voerde hij een discussie in een havo-4 groep over geboorteregeling. De algemene tendens in de klas was dat het afzien van kinderen na het huwelijk best mocht. Toen hij vroeg of God er iets mee te maken had, kreeg hij te horen: „God geeft het leven en Hij heeft ons het verstand gegeven om de geboorte te beperken.” „Het punt van de voorzienigheid speelde bij de meesten niet,” aldus Leertouwer.
De Bijbelse roeping tot het moederschap komt in de verdrukking, waarschuwt hij. „Dat heeft niet alleen te maken met de jongeren maar ook met de opvoeders. In de hele breedte van de gereformeerde gezindte stimuleren ouders hun dochters om na hun huwelijk hun beroep te blijven uitoefenen en daarvoor voorzorgsmaatregelen te treffen. De gereformeerde gezindte is meer dan menigeen denkt door het carrièredenken aangetast.” Hij vroeg zich af in hoeverre de kerk zich aangepast heeft. Een helder Bijbels geluid over huwelijk en moederschap is volgens hem nodig.
Leertouwer heeft wel oog voor de moeilijke positie van jongeren die opgroeien in een niet-christelijke cultuur en die allerlei keuzes moeten maken. Hij stelde dat niets zo heilzaam voor hen is als de overtuiging dat er een God in de hemel is Die alles leidt en die Zijn Zoon gezonden heeft om verzoening te bewerkstelligen. „Dat bevrijdt hen van de kramp om boven zichzelf uit te moeten stijgen.”
De aanwezigen stelden vooral vragen over het omgaan met jongeren tijdens de catechisaties. Leertouwer vindt het nodig dat jongeren daar leren, ook al wordt dat steeds moeilijker. Hij acht het open gesprek over godsdienstige dingen tussen ouders en kinderen van wezenlijk belang. „De jongeren van nu zijn zoekers. Ze verlangen ernaar om met hun ouders over wezenlijke dingen te spreken.” Hij zei dat God ook vandaag onder jongeren werkt en dat Hij trouw is aan het verbond.
Voorbereidingen
Tijdens de tweede dag van de Haamstedeconferentie sprak verder ds. C. Harinck, emeritus predikant van de Gereformeerde Gemeenten, over de leer van de voorbereidingen bij de puriteinen. „De puriteinen leren ons dat voorbereidingen voor de geloofsvereniging met Christus noodzakelijk zijn. De mens, die een zondaar is, is van nature onbekwaam en onwillig om zich met Christus te verenigen en moet ervan overtuigd worden een Zaligmaker nodig te hebben.”
Het leerstuk van de voorbereidingen houdt in dat een mens ervan overtuigd moet worden dat hij een Zaligmaker nodig heeft. De voorbereidingen zijn gelegen in de ontdekking van de zondaar aan zijn slechtheid door middel van de wet. Ds. Harinck vindt de voorbereidingen noodzakelijk, omdat een zondaar zonder ontdekking aan de wet Christus niet nodig heeft.
Hij ziet ook gevaren. Thomas Hooker, een Amerikaanse puritein, leerde dat een mens zo’n sterke vernedering en verbrijzeling moest kennen dat hij bereid is om door God verdoemd te worden. Pas dan zou de vereniging met Christus kunnen plaatsvinden.
Ds. Harinck: „Zijn puriteinse tegenstanders zeiden dat Hooker niet genoeg rekening hield met de verschillende wegen van God in de bekering van een zondaar. De meeste puriteinen leerden geen bepaalde diepte van overtuiging. Het gevaar daarvan is immers dat overtuiging een vertrouwgrond wordt of dat de verslagen zondaar niet tot Christus durft te komen.”
Een ander gevaar is, aldus ds. Harinck, dat de prediking van de zonden en ellenden van de zondaar koud, gevoelloos en stereotiep gebracht wordt, zodat mensen onverschillig worden en zich verschuilen achter hun onmacht.
Ds. Harinck zei dat de puriteinen daarom dikwijls de zonden met name noemden. „Het is nodig dat de toehoorders ontdekken dat ze geen slachtoffers zijn maar onwillige zondaren.” De puriteinen vonden een uitweg. „Ze preekten Christus als beschikbaar, bereid en bekwaam om te komen tot zondaren. De puriteinen lieten de mensen zien wat ze naast zich neerlegden en wat de gevolgen daarvan waren.”
Woestijnreis
’s Morgens sprak ds. L. de Wit, hervormd predikant te Bleskensgraaf, over ”Het leven in de woestijn”. De predikant richtte zijn aandacht vooral op de woestijnreis van de Israëlieten naar Kanaän. Die reis was nodig, zei hij, om Gods voorzienigheid te laten zien. „God koos een langere weg om het volk te beschermen.” De uitleiding naar de woestijn betekende de bevrijding uit Egypte. In de woestijn trok het volk naar de berg van de wetgeving. Dat was ook nodig. „Het volk werd in de woestijn afgezonderd voor de dienst aan de Heere.”
’s Avonds sprak drs. P. C. Hoek, hersteld hervormd predikant te Hoevelaken, over de herschepping. De voorafgaande avond had hij gesproken over de schepping.
<File v-if="article['files'] && article['files'][0]" :file="article['files'][0]" /><File v-if="article['files'] && article['files'][1]" :file="article['files'][1]" /><File v-if="article['files'] && article['files'][2]" :file="article['files'][2]" /><File v-if="article['files'] && article['files'][3]" :file="article['files'][3]" />