„De kerkgeschiedenis heeft veel kapotgemaakt”
Vanuit de studeerkamer in het appartement dat familie Van de Groep enkele jaren geleden heeft betrokken in het centrum van Heerde is er een mooi uitzicht op de monumentale dorpskerk. Symbolisch, want de christelijke gereformeerde ds. G. van de Groep (65), die zondag met emeritaat ging, is geen kerkist. „De kerkgeschiedenis heeft veel kapotgemaakt als het om eenheid gaat.” Ds. G. van de Groep neemt afscheid van cgk Heerde wegens emeritaat.
Zijn moeder had er nooit aan getwijfeld dat haar zoon predikant zou worden. „Toen ik 4,5 jaar oud was, kreeg ik tuberculose”, vertelt ds. Van de Groep. „Ik werd opgegeven en zou gaan sterven. Maar mijn moeder kreeg de vaste belofte dat ik niet zou sterven maar de Heere zou dienen in het ambt.En ik werd inderdaad beter, maar toen ik ouder werd, ging mijn leven een heel andere kant op. Ik kwam namelijk niet op de kansel, maar in het bedrijfsleven terecht.”
Zijn moeder sprak nooit met hem over dat wat ze geloofde over zijn uiteindelijke beroep. „Pas nadat ik bevestigd was tot predikant, vertelde ze het me. Heel fijngevoelig, want anders zou ik misschien anders gehandeld hebben. Maar tegelijk voor haar een geweldige beproeving, omdat ik pas op latere leeftijd predikant werd.”
Ds. Van de Groep is predikant geworden op grond van artikel 8 –singuliere gaven– van de kerkorde van de Christelijke Gereformeerde Kerken. „Ik ben een van de weinige predikanten in onze kerk die in het ambt is gekomen zonder de opleiding aan de universiteit in Apeldoorn. Ik heb natuurlijk wel een opleiding gevolgd, maar die stond onder toezicht van een aantal predikanten uit de classis.”
Geen theologische opleiding aan de universiteit, maar wel veel theologische kennis. De boekenkasten van de kersverse emeritus predikant bezwijken bijna onder de kloeke werken van schrijvers met grote namen. „Mensen vragen dan altijd: hebt u dat allemaal gelezen? Nee, natuurlijk niet. Maar als je een preek voorbereidt, dan kijk je bepaalde boeken in. Ik zet dan altijd met een potlood wat streepjes. En als ik nu door de boeken blader, dan staan er heel wat streepjes in, valt me op.”
Ds. Van de Groep is vader van elf kinderen. „Een levendig, bruisend gezin. Jongeren hebben altijd m’n hart gehad. En in de gemeenten waarin ik mocht dienen, was de pastorie altijd het middelpunt van de jeugd in de gemeente. Ik ben niet zo’n dominee die per se wil preken voor alle verschillende groepen in de kerk. Natuurlijk probeer je de dingen begrijpelijk te zeggen voor de jongeren. Bij ons thuis wist mijn moeder de preek altijd in pasmunt te vertalen naar ons als kinderen toe. Dát is belangrijk.”
De eerste gemeente die ds. Van de Groep diende, lag in Friesland: Siegerswoude-De Wilp. „Ik heb daar veel geleerd. Zeker ook van wijze broeders in de kerkenraad. Je blijft altijd leren als predikant, maar in de eerste jaren van je ambtsbediening is dat extra belangrijk.”
Volksaard
De predikant stelde er een eer in om zich te verdiepen in de volksaard van de gemeenten die hij diende. „Na Friesland gingen we naar Aalten in de Achterhoek. Een heel ander slag mensen. Een Fries is recht voor z’n raap, maar een Achterhoeker wil vaak wat tijd om na te denken. Ze willen even uitstel, zeg maar. Daar moet je ook als predikant rekening mee houden. Dat betekent zeker niet dat de inhoud van de boodschap anders wordt, maar je moet het soms wel iets anders verpakken.”
Opperdoes in Noord-Holland was de derde gemeente die ds. Van de Groep diende. „Het is in mijn leven, als ik zo terugkijk, wonderlijk verlopen. Altijd voor ik een beroep kreeg, werd ik al losgemaakt van een gemeente. Als dan het beroep dan uitgebracht werd, was het duidelijk voor me welke weg ik moest gaan.”
In Opperdoes waren er samensprekingen met de predikant van de plaatselijke gereformeerde kerk vrijgemaakt. „Die ging ik niet uit de weg. Ik ben geboren en getogen in Bunschoten en mijn vader was daar, langer dan mijn moeder, lid van de vrijgemaakte kerk. Pas na veel strijd is hij overgegaan naar de christelijke gereformeerde kerk.
Ik ken de vrijgemaakte wereld dus van binnenuit, als ik het zo mag zeggen. Bij samensprekingen wilde ik altijd vermijden dat het theoretische besprekingen zouden worden. Want op de hoofdlijnen ben je het natuurlijk wel aardig eens. Daarom gingen wij elkaars preken bespreken. Zij kregen vijf preken van ons, wij vijf preken van hun. Want in de preken, daar komen de echte verschillen aan het licht, hè?”
Samensprekingen
Ook in Heerde, de gemeente die ds. Van de Groep tot zijn emeritaat heeft gediend, waren er samensprekingen met de vrijgemaakten ter plaatse. „En ook daar werd toch weer duidelijk dat het grote verschil ligt in het denken over de verhouding rechtvaardigmaking-heiligmaking. God redt zondaren. Bij de vrijgemaakte broeders en zusters wordt er veel meer van uitgegaan dat iedereen in de gemeente behouden is. En in zo’n setting kan het evangelie weer een nieuwe wet worden. Dan moeten we zo veel. Maar vruchten draag je alleen maar door te blijven in de Wijnstok, Christus.”
De kerkelijke verdeeldheid gaat de 65–jarige predikant aan het hart. „De kerkgeschiedenis heeft op het gebied van de eenheid veel kapotgemaakt. Dat moeten we eerlijk erkennen. Er is scheiding tussen broeders waar die scheiding er helemaal niet zou hoeven zijn.”
Hoe kijkt u aan tegen de ontwikkelingen in de Christelijke Gereformeerde Kerken als het gaat om het zoeken naar eenheid met andere kerken?
Aarzelend: „Met de vrijgemaakten zie ik het niet wat worden. Maar als ik in een plaats had gestaan met een hervormde gemeente met een duidelijke Gereformeerde Bondsinslag, dan had ik alles op alles gezet om tot kanselruil te komen, om maar eens wat te noemen. Echte Bonders zijn voor mij gewoon christelijk gereformeerd. Niet om me af te zetten tegen de vrijgemaakten, maar met Bonders ervaar je de geestelijke eenheid sterker. En ook met hersteld hervormden is dat gevoel van geestelijke eenheid er.”
Hij zucht. „Maar daar heb je het weer: de kerkelijke verdeeldheid. De kerkgeschiedenis heeft op dit gebied zulke duidelijke sporen getrokken. Dat krijgen we zo maar niet goed. En natuurlijk: er is een verschil in kerkvisie. Maar als het om geestelijke herkenning gaat, is dat niet het belangrijkste. Daar ben ik van overtuigd.”
Voor wat betreft de Christelijke Gereformeerde Kerken signaleert ds. Van de Groep het gevaar dat de vleugels verder uit elkaar groeien. „Daar moeten we voor waken. Ik ben absoluut geen scherpslijper. We moeten met veel wijsheid met elkaar omgaan, ook als er verschillen zijn. Ontkennen heeft geen zin. Erkennen, elkaar eerlijk in de ogen kijken en erover praten wel. Maak het maar bespreekbaar. En laten we nooit vergeten dat je in de kerk veel eerder uit elkaar bent dan weer bij elkaar.”