Berlijnse rechter stelt Scientology Kerk in het gelijk
De binnenlandse veiligheidsdienst van de deelstaat Berlijn mag geen mensen van de Scientology Kerk werven om die kerk te bespioneren. Dat heeft een rechtbank in Berlijn bepaald. De Scientology Kerk had bij de rechtbank een klacht tegen de deelstaat ingediend.
De overheid beschikt volgens de uitspraak niet over recente bewijzen voor de beschuldiging dat de Scientology Kerk een bedreiging voor de staat is. Dat Scientology bezig zou zijn „binnen te dringen in sleutelposities van de overheid”, is niet bewezen, aldus de rechtbank.
Zulke bewijzen waren nodig om observatie van de Scientology Kerk door de binnenlandse veiligheidsdienst, waartoe de Duitse autoriteiten in 1997 hadden besloten, te kunnen voortzetten. Dat er in 1997 een „begin van een verdenking” bestond, is nu onvoldoende reden voor observatie, aldus de rechtbank.
Berlijn had geprobeerd een scientoloog als informant aan te trekken. Daarop diende de Scientology Kerk een klacht tegen de deelstaat in.
De uitspraak van de Berlijnse rechtbank is van toepassing op de deelstaat Berlijn, maar zal naar alle waarschijnlijkheid andere deelstaten sterk beïnvloeden eveneens een einde te maken aan de toezichthoudende observatie.
Volgens Leisa Goodman, directeur mensenrechten van de Scientology Church International, heeft de rechtbank „een beslissende klap uitgedeeld ten gunste van democratie en mensenrechten.”
