De 45-jarige Van Hout werd op 24 januari in zijn woonplaats Amstelveen geliquideerd. Van Hout werd vooral bekend door de ontvoering van biermagnaat Heineken en diens chauffeur in 1983. Nadat hij zijn straf voor de ontvoering had uitgezeten, bleef Van Hout actief in het Amsterdamse criminele milieu. Hij verwierf belangen in de prostitutie op de Wallen en stond in de jaren ’90 terecht voor het leiden van een internationale drugsbende.

De opvallende uitvaart begon vrijdagmorgen in Amsterdam-Osdorp. De belangstelling van de media was groter dan die van omstanders. Na een ceremonie vertrok de stoet rond 12.30 uur stapvoets richting het centrum. Op de Van Hallstraat in de Staatsliedenbuurt hield de koets enkele minuten halt, voor het pand waar Van Hout en zijn toenmalige handlangers de ontvoering van Heineken hebben beraamd. De als ereronde bedoelde tocht eindigde bij begraafplaats Vredenhof.

De korte plechtigheid daar trok enkele honderden belangstellenden. Naar verluidt waren er weinig criminelen bij de begrafenis aanwezig, omdat zij wisten dat deze gelegenheid nauwkeurig wordt gevolgd door politie en pers.

Niet iedereen bleek even geporteerd van het vertoon waarmee de begrafenis van Van Hout gepaard ging. Enkele voorbijgangers ergerden zich hardop aan zo veel „gedoe voor een crimineel.”

Hun uitingen sluiten aan bij de kritiek van burgemeester Cohen en korpschef Kuiper deze week. Zij gispten de „romantisering” van Van Hout. Kuiper noemde de groots opgezette begrafenis „volstrekt misplaatst, brutaal” en „een provocatie van de onderwereld.”

Ook uitvaarten van andere geliquideerde topcriminelen verliepen met veel bombarie. De uitvaart van Sam Klepper werd begeleid door tientallen Hell’s Angels, leden de motorclub waarvan hijzelf ook lid was. Ook Klepper werd via een ronde door de stad naar zijn laatste rustplaats gebracht.