Franse psalmen zingen in Berlijn
Berlijn blikt terug op een bewogen geschiedenis, die in het teken staat van verdeling en hereniging. Twintig jaar geleden viel de muur.
Ruim drie eeuwen geleden was ook sprake van samenvoeging. Keurvorst Friedrich Wilhelm I von Brandenburg verleende in 1685 zijn gevluchte geloofsgenoten uit Frankrijk asiel. De sporen van deze nijvere hugenoten, die Berlijn en Brandenburg mede tot grote welvaart brachten, zijn tot op de dag van vandaag zichtbaar.Het Rode Raadhuis, dicht bij de Alexanderplatz, heeft op de gevel een fraai reliëf over de aankomst van de hugenoten in Brandenburg. Gepakt en gezakt maken Franse vluchtelingen hun opwachting bij keurvorst Friedrich Wilhelm. De oorzaak was dat in Frankrijk een niets ontziende vervolging van de hugenoten was losgebroken. Lodewijk XIV, de Zonnekoning, herriep in 1685 het Edict van Nantes, dat de protestanten godsdienstvrijheid garandeerde.
Uit puur lijfsbehoud vluchtten velen van hen naar het buitenland. Als reactie vaardigde keurvorst Friedrich Wilhelm in datzelfde jaar het Edict van Potsdam uit waarmee hij de geloofsvluchtelingen asiel verleende. In dit Edict zegde de keurvorst de hugenoten naast volledige godsdienstvrijheid een groot aantal privileges toe, zoals vrijstelling van belastingen, mogelijkheid tot vrije vestiging, verwerving van subsidie bij het oprichten van ondernemingen en bezoldiging van Hugenotenpredikanten uit de staatkas. Dit maakte het voor hen bijzonder aantrekkelijk om zich hier te vestigen. Met als gevolg dat zo’n 20.000 hugenoten in Brandenburg neerstreken, van wie 5000 in Berlijn.
Oranjehuis
Dit was echter niet alleen edelmoedigheid van de keurvorst. Weliswaar had de Keurvorst nauwe familiebanden met het Oranjehuis en was hij mede door zijn studie in Leiden overtuigd calvinist geworden, maar zijn land was er na de verwoestende dertig-jarige oorlog slecht aan toe. Een groot deel van de beroepsbevolking was gesneuveld in de strijd. Franse vluchtelingen die zich hier al eerder vestigden, bleken hardwerkende lieden die bekwaam waren in allerlei ambachten, zoals weven en verven van wol, zijdeteelt, fijnsmederij en telen van nieuwe groentesoorten, zoals bloemkool en asperges. De keurvorst had zulke mensen nu meer dan nodig voor de wederopbouw van zijn land. En hij had het goed gezien, de inbreng van de hugenoten werkte heel positief.
De fraaie Französischer Dom aan de Gendarmenmarkt is het bekendste gebouw dat de komst van de geloofsvluchtelingen in herinnering brengt. De dom werd in de periode 1701 tot 1705 speciaal gebouwd voor de Berlijnse hugenotengemeenschap. Het ontwerp is van Jean Louis Cayart, die zich liet leiden door de vorm van de Temple de Charenton, die Parijse hoofdkerk van de hugenoten die direct na de opheffing van het Edict van Nantes volledig werd verwoest. In het kerkgebouw met zijn hoge roden dak, dat aan de dom is vastgebouwd, worden, naast Duitstalige, nog steeds Franstalige diensten gehouden. De dom biedt ook onderdak aan het Berlijnse Hugenotenmuseum, dat vooral de Duitse kant van de hugenotengeschiedenis belicht. Overigens heeft ook Bad Karlshafen in Hessen, waar in het verleden ook veel hugenoten woonden, een hugenotenmuseum.
De wortels van de Reformatie alhier liggen in Spandau, een stadsdeel in het Noordwesten van Berlijn. In 1539 nam keurvorst Joachim II in de St. Nikolai-Kirche voor het eerst deel aan het avondmaal. Spoedig daarna bekrachtigde hij de invoering van de Reformatie in geheel Brandenburg. Voor de Nikolai-Kirche aan de Reformationsplatz staat ter nagedachtenis een beeld van Joachim II. De Waldenzen en de hugenoten, die in 1689 hier een eigen kolonie stichtten, mochten voor hun godsdienstoefeningen ook gebruikmaken van deze Nikolai-Kirche.
Sanssouci
Potsdam, ten zuiden Spandau, is voor de meeste toeristen bekend vanwege het park Sanssouci en het Höllandisches Viertel, een stadswijk met markante Hollandse geveltjes. Weinigen weten echter de ronde kerk van de Französisch-Reformierte Gemeinde te vinden waar de hugenoten vanaf 1723 hun erediensten houden. Het spierwit gekalkte interieur is een schoolvoorbeeld van calvinistische soberheid. Het woord, verkondigd vanaf een eenvoudige kansel, staat zichtbaar centraal. De kerk, die eruitziet als een kleine Pantheon, werd in de laatste oorlogsjaren grotendeels verwoest, maar werd in september 2000 na een omvangrijke renovatie weer in gebruik genomen.
Kolonie
Keurvorst Friedrich Wilhelm gaf in het landelijk gelegen Köpenick, in het zuidoosten van Berlijn, waar hij zijn buitenresidentie had, de geloofsvluchtelingen toestemming om een eigen kolonie te stichten en liet tegenover zijn Slot Köpenick een ronde slotkerk met koperen koepel bouwen, bestemd voor zowel de Duitse als de Franse gereformeerden. Op 30 mei 1686 hield de Franse predikant Drouet hier in tegenwoordigheid van de keurvorst de eerste hugenotenpreek over Psalm 84:2: „Hoe liefelijk zijn Uw woningen, o Heere der heirscharen."
De kleine Franse gemeenschap in Köpenick dunde in de loop van de jaren echter steeds verder uit, totdat in 1810 de 28 overgebleven leden besloten op te gaan in de Duits-Gereformeerde Slotgemeente.
Kalvinistenweg
Französisch Buchholz is een dorpje binnen het stadsdeel Pankow in Noordoost-Berlijn. Als de buschauffeur aankondigt dat de volgende halte de Kalvinistenweg is, is het duidelijk dat het reisdoel, de Hugenottenplatz, dichtbij moet zijn. Veel straatnamen herinneren aan het bewogen bestaan van Franse asielzoekers, voornamelijk boeren en tuinders, die hier in 1687 arriveerden, zoals Arnouxstrasse, Clémentweg, Nantesstrasse- en La Rochellestrasse.
In de oude dorpskerk aan de Pfarrer-Hurtienne Platz mochten deze mensen in vrijheid hun geloof opnieuw belijden en weer uit volle borst hun Franse psalmen zingen. Een stenen plastiek bij de hugenotenkerk brengt op indrukwekkende wijze de moeitevolle tocht van de berooide geloofsvluchtelingen naar het beloofde Brandenburg in beeld. Dankbare herinnering aan hen blijkt uit de Duitstalige inscriptie ”Hugenoten in Buchholz, een beweging die sinds 1685 hier bloei teweegbracht”.