Bezoek aan moskee daalt snel
Het kerk- en moskeebezoek is in de afgelopen jaren fors afgenomen, concludeert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in het rapport ”Religie aan het begin van de 21e eeuw”, dat woensdag is verschenen. Onder moslims is de daling het grootst.
Van 2004 tot en met 2008 ging gemiddeld 35 procent van de moslims minstens één keer per maand naar de moskee, tegenover 47 procent in 1998 en 1999. Onder rooms-katholieken nam het kerkbezoek aanzienlijk af. Van 2004 tot en met 2008 bezocht gemiddeld 23 procent van hen minstens eens per maand een kerkdienst, tegenover 31 procent in 1998 en 1999. Onder protestanten liep de kerkgang nauwelijks terug.Het regelmatige kerkbezoek nam tussen 1999 en 2008 in bijna alle kerken af. Ging in 1999 nog 23 procent van de volwassen bevolking minstens één keer per maand naar de kerk, in 2008 was dat 19 procent. De afname van het regelmatige kerkbezoek het sterkst op het platteland én onder 55- tot 64-jarigen.
In tegenstelling tot de kerkgang neemt de kerkelijkheid nauwelijks af. Een meerderheid van de bevolking (58 procent) rekende zich in 2008 tot een kerkelijke gezindte of levensbeschouwelijke groepering. De helft van de kerkelijke bevolking behoort tot de Rooms-Katholieke Kerk. Het CBS noemt het opvallend dat de kerkelijkheid in sterk stedelijke gebieden –waar de minste kerkleden zijn– tussen 1999 en 2008 sterk toenam, terwijl deze in alle overige gebieden afnam.
Van de niet-westerse allochtonen rekent 45 procent zich tot de islam. Van de totale bevolking is 5 procent moslim. In Rotterdam woont het grootste percentage moslims, gevolgd door Amsterdam, Alblasserdam en Den Haag. In deze gemeenten is ongeveer een op de tien volwassenen moslim.
Religie en maatschappelijke betrokkenheid zijn nauw met elkaar verbonden, constateert het CBS. Personen die zichzelf tot een kerkelijke gezindte of levensbeschouwelijke groepering rekenen, zetten zich vaker in als vrijwilliger en bieden vaker informele hulp dan onkerkelijken. Kerkgangers zijn vaker lid van een vereniging dan niet-gelovigen.