Deze schadevergoedingszaak, die bij de civiele rechter loopt, heeft alleen kans van slagen als de Raad van State beslist dat het project in 2006 ten onrechte door de gemeente is stilgelegd. Daarover voerde Woonvisie dinsdag bij de Raad van State een bodemprocedure.Het gaat om de sloop van 196 woningen waar Woonvisie in het najaar van 2006 mee begon. Ze had daarvoor een sloopvergunning van de gemeente.

Onverwacht bleek er 65 kilo asbest te zitten in de grote berg puin die al een paar weken op het terrein aan de Gerrit Maritzstraat lag te wachten op de komst van een mobiele puinbreker. Een controleur van de gemeente zag het gevaarlijke materiaal en liet de sloop onmiddellijk stilleggen en het terrein afzetten. „Het project heeft weken stilgelegen, waardoor we een schade van 1,4 miljoen euro hebben opgelopen”, zei adjunct-directeur Hans Keijzer van Woonvisie gisteren in Den Haag.

De woningstichting vindt dat de gemeente op de hoogte had moeten zijn van de aanwezigheid van asbest omdat het wooncomplex eigendom was van Ridderkerk voordat de woningstichting het overnam. Het meegekomen asbest zat onder de klei, waardoor het niet te zien was.

Staatslid C. Ligtelijn, die de zaak moet beslissen, reageerde hierop: „Het staat vast dat u in overtreding was omdat het aangetroffen asbest niet bij de gemeente is gemeld.”

Het terrein is gesaneerd en inmiddels al weer bebouwd met nieuwe woningen. Uitspraak binnen enkele weken.