De afgelopen weken waren het rechter- en het linkerkamp in de Franse politiek zwaar verdeeld over de voorliggende wet van de regering-Sarkozy. De indiener van de wet, Richard Mallié van regeringspartij UMP, presenteerde het voorstel als een set cosmetische aanpassingen op de bestaande wetgeving, maar links vreesde het begin van het einde van de zondagsrust en teloorgang van het gezinsleven.Uiteindelijk ging de wet er in de Senaat door met 165 tegen 159 stemmen. Ook in het parlement was de stemming een week eerder, op woensdag 15 juli, een nek-aan-nekrace geweest: 282 tegen 252 stemmen.

De Socialistische Partij (PS) heeft donderdag aangekondigd bezwaar in te dienen bij de Raad van State. Minster van Werkgelegenheid Xavier Darcos, prees zich juist gelukkig met de aanname van het wetsvoorstel, die volgens hem meer vrijheid aan bedrijven biedt en meer zekerheid voor werknemers.

De nieuwe wet handhaaft het principe van zondagsrust, maar breidt de uitzonderingen waarin winkels wel open mogen zijn, uit. Zo mogen winkels in toeristische gebieden nu allemaal open zijn, terwijl voorheen alleen zaken met souvenirs de deuren mochten openen. Daarnaast hoeven werkgevers in die gebieden aan werknemers geen zondagstoeslag meer te betalen.

Een belangrijk deel van de discussie tussen voor- en tegenstanders spitste zich toe op de vraag wat de definitie van een toeristische zone eigenlijk is. Volgens de tegenstanders gaat het zeker om 5000 plaatsen, tien keer meer dan het aantal dat de indiener van de wet, Richard Mallié van regeringspartij UMP, voorspiegelde.

De nieuwe wet schept ook de mogelijkheid aan winkelcentra in grootstedelijke gebieden met meer dan een miljoen inwoners om de deuren elke zondag te openen. Concreet gaat het om Parijs, Lille en Marseille.

Tegenstanders van de wet, onder meer gegroepeerd rond de site www.travail-dimanche.com, hebben aangekondigd de strijd tegen de ruimere zondagsopenstelling nog niet op te geven.