Arrestatie na koppelen DNA-profiel
De politie lijkt opnieuw –net als in de Puttense moordzaak– een misdrijf te hebben opgelost door de politiedatabank met DNA-materiaal te benutten. Het gaat om een zaak waarin een 42-jarige man uit Noord-Holland wordt verdacht van verkrachtingen.
De politie hield de man vorige week woensdag aan. Ze kwam hem op het spoor door een DNA-match. In 2008 is hij veroordeeld voor huiselijk geweld en mishandeling, waarna celmateriaal van hem is opgenomen in de DNA-databank. Het DNA bleek overeen te komen met dat wat bij een verkrachte vrouw werd aangetroffen. Dat maakte het openbaar ministerie gisteren bekend.De rechter-commissaris van de rechtbank in Alkmaar heeft de 42-jarige man uit de Noord-Hollandse gemeente Koggenland vrijdag voor veertien dagen in bewaring gesteld op verdenking van het verkrachten van een hoogbejaarde vrouw in 2004 en pogingen tot verkrachting op hoogbejaarde vrouwen in 2005 en 2008.
De slachtoffers waren ten tijde van het misdrijf tussen de 81 en 90 jaar oud en woonden in aanleunwoningen in Berkhout, Wognum en Hoogkarspel. De man kon ’s nachts gemakkelijk de woningen binnensluipen, omdat de slachtoffers hun deur niet hadden afgesloten.
Onderzocht wordt of hij ook verantwoordelijk is voor andere zedendelicten met hoogbejaarde vrouwen in 2004 en 2005.
In 2006 hield het OM al een DNA-onderzoek onder een grote groep West-Friese mannen. Het DNA van de verdachte is destijds niet afgenomen.
Ook in de Puttense moordzaak kwam de politie in het voorjaar van 2008 een verdachte op het spoor dankzij een zogeheten DNA-match.
De politie kon toen de 33-jarige Ron P. uit Delft aanhouden op verdenking van de verkrachting van en moord op Christel Ambrosius in 1994. De verdachte woonde destijds in Putten.
DNA-materiaal dat in 1994 is aangetroffen op de plaats van de moord, kwam overeen met de structuur van het DNA-materiaal dat in 2005 bij de opgepakte verdachte is afgenomen. In dat jaar was de man veroordeeld voor de mishandeling van zijn vriendin.
Hij maakte bezwaar tegen opname van zijn DNA-profiel in de databank van het NFI. De rechter verklaarde afgelopen najaar dat bezwaar ongegrond, waardoor het DNA-profiel toch in de databank terechtkwam. Het NFI kon daardoor het verband leggen tussen de verdachte en de Puttense moordzaak.
In 1997 zijn de eerste DNA-profielen in de databank opgenomen. Sinds 1998 zijn jaarlijks enkele honderden profielen aan de databank toegevoegd.
Het aantal DNA-profielen groeide pas echt sterk door de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden, die op 1 februari 2005 van kracht werd. De politie kreeg daardoor meer mogelijkheden.